Veiligheidsklasse II: het controleapparaat beschikt
over een versterkte of dubbele isolatie.
Overspanningscategorie II: eenfasige verbruikers
die op normale contactdozen worden aangesloten;
bijv. huishoudelijke apparaten, draagbare
gereedschappen.
Overspanningscategorie III: bedrijfsmiddelen in vaste
installaties en voor toepassingen waarbij bijzondere
vereisten aan de betrouwbaarheid en de beschik-
baarheid van de bedrijfsmiddelen worden gesteld,
bijv. schakelaars in vaste installaties en apparaten
voor industriële toepassingen met constante
aansluiting op de vaste installatie.
Apparaatbeschrijving (zie afbeelding A)
1 Meetpunt +
2 Meetpunt -
1
Controle van wisselspanning
!
Tot verhoogde beveiliging tegen buitenlandse
contacten moeten de bijgeleverde veiligheids-
kappen (5) op de meetpunten worden gestoken.
Afbeelding B: Neem het basisapparaat (+) in de rechterhand en
de tweede testpunt (-) in de linkerhand. Beweeg nu de meetpunt
naar de te controleren kabel (bijv. leiding, contactdoos, enz.).
Afbeelding C: Als spanning voorhanden is, branden alle leds
tot de waarde van de gemeten spanning en de plus- en min-
leds.
!
Let op dat het meetcircuit gesloten is. Het gebruik van
slechts één meetpunt is niet voldoende.
2
Controle van gelijkspanning
Volg de instructies onder 1 (controle van wisselspanning) op.
Als spanning voorhanden is, branden de dienovereenkomstige
leds. De plus- of min-led geeft de polariteit aan.
• Plus-led brandt: de pluspool ligt tegen de meetpunt ‚+'
• Min-led brandt: de minpool ligt tegen de meetpunt ‚+'
14
NL
3 Ledweergave
4 Grijpbescherming
5 Beschermkappen