GEBRUIKSAANWIJZING
VARISPOT 500
Let op:
Voor de éérste ingebruikname en na een periode
van 3 maanden de flitser niet gebruikt te hebben dient
u de flits-elco's te formeren.
Dit gaat als volgt:
1. Apparaat aanzetten.
2. Apparaat op 1/1 (vol) vermogen instellen.
3. Apparaat NIET afflitsen!!!
4. Apparaat in deze toestand een uur aan laten staan.
5. Het instellicht NIET inschakelen.
Na een uur zijn de flits-elco's geformeerd, en kan
het apparaat in gebruik genomen worden.
1. Basis uitrusting
Flitser met verwisselbare flitsbuis (LUSROR),
halogeen
instellamp
synchronisatiekabel, beschermkap.
2. Toebehoren
Spotvoorzet PRO-500 (25) met Projectieobjectief
(27), Diafragma-set, Gobo's met Gobohouder, Iris-
diafragma, Verstelbaar masker en kleurfilters. De
Varispot 500 is uitgerust met de gebruikelijke "V"-
bajonet, daardor passen ook alle reflectoren uit het
actuele toebehoren programma.
3. Opbouw
De flitsers zijn uitgerust met een beugel (6), een 5/8"
aansluiting (7) met vergrendelschroef (8). Deze past
op alle statieven met 5/8" aansluitbus. Er is een
adapter (MA151) voor statieven zonder deze 5/8"
aansluitbus leverbaar. Het apparaat kan na het
losdraaien van de vergrendeling (4) met handgreep
(1) voor- en achterover gekanteld worden. Rechtsom
draaien vergrendeld deze weer.
4. Bedrijfsgereed maken
Flitsbuis en halogeenlamp zijn reedes in de flitser
gemonteerd. Netkabel aansluiten in bus (23) aanœde
onderzijde van de flitser. Het apparaat d.m.v. de
groene hoofdschakelaar (22) aanzetten. De groene
LED boven de hoofdschakelaar licht op. Tijdens het
laden van de flitser knippert display (2), als de display
permanent brand is de flitser geladen.
5. Netaansluiting
De flitsers worden van fabriekswege op 220-240
V/50-60 Hz. wisselspanning ingesteld. Voor
gebruik controleren of instelling overeenœkomt
met typeplaatje (20).
6. Het inschakelen van het instellicht
Instellicht van de Varispot 500: 12V. - 50W. Na het
omschakelen van de hoofdschakelaar (22) kan het
halogeen instellicht metœde gele schakelaar (9)
ingeschakeld worden. De LED boven schakelaar (9)
gaatœbranden. De lichtsterkte van het instellicht is
proportioneel aan het ingestelde flitsvermogen.
7. Instelling van het flitsvermogen per 1/10 stop
Met draaiknop (3) wordt het flitsvermogen van ca.
6% tot 100% ingesteld (5 diafragmawaarden zijn
(LUSJOD),
netkabel,
instelbaar). De display toont het ingestelde flits-
vermogen tot op 1/10 stop nauwkeurig. De
herhalings-nauwkeurigheid bedraagt +/- 1%. Flits-
enhalogeeninstellicht worden in een vaste
verhouding tot elkaar ingesteld (proportioneel).
Bij het instellen van een hogere naar een lagere
lichtopbrengst wordt de overtollige energie binnen
het apparaat direct en veilig afgebouwd, de display
(2) knippertœgedurende deze tijd.
8. 100% instellicht
Met schakelaar (10) kan het halogeeninstellicht
onafhankelijk van de ingesteldeœwaarde (knop 3) op
volle (100%) lichtopbrengst ingesteld worden. De
LED boven schakelaar (10) gaat branden.
9. Optische- en akoestische flitscontrole
De flitser is met een optische- en akoestische
flitscontrole uitgerust, die met schakelaar (11)
geaktiveerd wordt.
Schakelaar (11) ingedrukt, LED licht groen op: na de
flits dooft het instellicht tot dat de flitser weer gela-
den is. Bij gebruik van meerdere flitsers is zo
gemakkelijk vast te stellen of de flitser afgegaan is.
Schakelaar (11) niet ingedrukt, LED brandt niet: nadat
de flitser is geladen geeft de flitser een akoestisch
signaal, de optische flitscontrole is hierbij
uitgeschakeld.
10. Flitssynchronisatie
Synchronisatiekabel in bus (24) aan de onderzijde
van de flitser steken en met deœcamera verbinden.
Meerdere flitsers worden d.m.v. de fotocel (13)
automatischœdraadloos ontstoken als knop (12)
aangeschakeld is (groene LED brandt). Deze fotocel
is ook infrarood gevoelig en kan door een IR-
ontsteker (optioneel) draadloos ontstoken worden.
11. Wisselen van de reflectoren
De Spotvoorzet PRO-500 (25) wordt door de bajonet
(19) aan de Varispot 500 bevestigd. Met schakellar
(18) wordt de Spotvoorzet (of andere toebehoren)
vergrendeld.
Handel in stand A = bajonet ontgrendeld
Handel in stand B = bajonet vergrendeld
Handel (18) in stelling A; reflector in de bajonet
plaatsen en met een draai naar rechts fixeren. De-
monteren geschiedt in de omgekeerde volgorde.
12. Wisselen van halogeenlamp en/of flitsbuis
Flitsapparaat uitschakelen en stekker uit het stop-
contact nemen. Eventueel geplaatste reflector ver-
wijderen. Halogeenlamp (16) naar voren eruit nemen.
Het plaatsen van een nieuwe halogeenlamp
geschiedt in omgekeerde volgorde, daarbij mag de
halogeenlamp niet met de handen aangeraakt wor-
den (zie aanwijzing in verpakking halogeenlamp). De
flitsbuis (17) voorzichtig naar voren uit de flitser
trekken. Het plaatsen gebeurt in omgekeerde
volgorde.
Type halogeenlamp en flitsbuis: zie "Technische
gegevens"
11