L
2
Druk de ontstekingstoets C in (fig. L), maar niet te hard. Zodra een
vlammetje in de ver brandingskamer D zichtbaar wordt, kunt u de
ontstekingstoets loslaten.
Wanneer de kachel kort na het aanmaken weer uitschakelt, dienen de batterijen
vervangen te worden. Het best kunt u nieuwe alkaline batterijen gebruiken (2 x
type D).
De kachel is sinds kort in gebruik en de draaiknop wordt niet vergrendeld.
Draai de draaiknop (fig. M) eerst geheel linksom alvorens de kous in de hoog-
F
ste positie te brengen voor ontsteking (hoofdstuk C).
Controleer na het ontsteken van de kachel altijd of de verbrandingskamer D
goed recht staat, door deze aan de handgreep E even naar links en rechts
te schuiven (fig. F). Dit moet soepel gaan. Als de verbrandingskamer ongelijk
staat, leidt dit tot rook- en roetontwikkeling.
D
M
HET BRANDEN VAN DE KAcHEL
Na het ontsteken van de kachel duurt het 10 à 15 minuten voordat u kunt
controleren of de kachel goed brandt. Op de pagina naast het uitvouwblad kunt
u zien hoe hoog uw kachel minimaal en maximaal mag branden (fig. Q). Een te
hoge vlam kan rook- en roetvorming veroorzaken, terwijl een te lage verbranding
tot geurontwikkeling leidt. U kunt de vlam enigszins instellen met de vlamrege-
laar 2 (fig. M).
Een te lage verbranding kan ontstaan door:
e
te weinig brandstof
e
slechte brandstof
e
te weinig ventilatie
e
slijtage van de kous
Wanneer in de ruimte onvoldoende geventileerd wordt, dan zal de kachel
automatisch uitschakelen. Na het verbeteren van de ventilatie (b.v. door een
N
deur of raam iets verder te openen) kan de kachel weer ingeschakeld worden.
Dit apparaat is uitgerust met een veiligheidssysteem dat de kachel uitschakelt
wanneer de wisseltank uit de kachel genomen wordt. Om de kachel opnieuw
te ontsteken dient u het reservoir terug te plaatsen in de kachel en de instruc-
ties te volgen zoals aangegeven in hoofstuk C.
E
HET UITZETTEN VAN DE KAcHEL
Druk de UIT-toets A in. De vlam zal dan vanzelf na enige tijd doven (fig. N).
f
sTORINGEN, OORZAKEN EN OpLOssINGEN
Als u een storing niet kunt oplossen met behulp van de onderstaande aanwijzin-
gen, dient u contact op te nemen met uw dealer.
HET AANMAKEN LUKT NIET.
e
De batterijen zitten niet goed in de houder.
(vul de tank)
(raadpleeg uw dealer)
(zet een raam of deur op een kier)
(raadpleeg uw dealer, of vervang de kous,
zie hoofdstuk L)
1
103