Descripción del funcionamiento
El módulo de entradas analógicas supervisa
señales de entrada analógicas. Puede
medir tanto corriente como tensión.
Las señales de entrada se captan en cada
entrada por dos canales, se leen y se
convierten en señales digitales. La resolu-
ción es de 13 bits en la medición de tensión
y de 12 bits en la medición de corriente.
En el PNOZmulti Configurator el usuario
puede definir los límites que se deben
supervisar:
• Supervisión de intervalo
Con la supervisión de intervalo se define
el rango de valores permitido. Se pueden
definir hasta 4 límites de intervalo (p. ej.,
I < 3 mA supervisa la rotura de conducto-
res; I > 21 mA supervisa los errores del
transmisor). En función de la condición
ajustada ("mayor que" o "menor que"), el
bit de salida ENBL y los bits de salida de
1 a 8 se ponen a "0" para la supervisión
del valor umbral cuando se supera o no
se alcanza un límite de intervalo. Se
introduce un registro en la pila de errores.
Excepción: si se ha seleccionado el tipo
de rearme "rearme automático", no se
introduce ningún registro en la pila de
errores.
• Supervisión del valor umbral
Se pueden definir hasta 8 umbrales de
conmutación para supervisar determina-
das magnitudes de proceso (p. ej.,
diversos valores de temperatura). Los
umbrales de conmutación se pueden
configurar con o sin escalado. Por cada
umbral se configuran 2 valores umbral.
Un valor umbral define el momento en el
que el bit de salida afectado (de 1 a 8) se
pone a "1". El segundo valor umbral
define el momento en el que el bit de
salida se pone a "0". No se introduce
ningún registro en la pila de errores.
Los valores analógicos exactos se ponen a
disposición del dispositivo base para que
los transmita a un bus de campo. Estos
valores se transmiten por un único canal y
no son seguros. Se pueden utilizar con
finalidades de diagnóstico.
Información: en la ayuda online del
PNOZmulti Configurator encontrará
descripciones sobre los modos de
funcionamiento y todas las funciones
del sistema de seguridad PNOZmulti.
Montaje
Tenga en cuenta durante el montaje:
Atención: las descargas
electrostáticas pueden dañar los
componentes del módulo de
ampliación PNOZ ma1p. Antes de
entrar en contacto con el módulo
PNOZ ma1p hay que descargar la
electricidad estática del propio
cuerpo, por ejemplo tocando una
superficie conductora con toma de
tierra o llevando puesta una
muñequera con puesta a tierra.
• El sistema de seguridad ha de montarse
en un armario de distribución con un
grado de protección IP54 como mínimo.
• El sistema se monta sobre una guía
normalizada horizontal.
Las rejillas de ventilación deben estar
dirigidas hacia arriba y hacia abajo. Una
posición de montaje diferente puede
provocar la destrucción del dispositivo.
Descrizione del funzionamento
Il modulo d'ingresso analogico controlla i
segnali analogici in ingresso. Può controllare
sia le correnti che le tensioni.
I segnali d'ingresso vengono ricevuti in
modo bicanale su ogni ingresso, letti e
trasformati in segnali digitali. La risoluzione
per la misura della tensione è di 13 bit, per la
misura della corrente è di 12 bit.
Nel PNOZmulti Configurator l'utente può
definire valori limite da controllare:
• Controllo del range
Con il controllo del range si definisce il
campo di valori consentito. È possibile
definire fino a 4 limiti di campo (ad es.
< 3 mA controllo rottura filo; I > 21 mA
controllo errore trasduttore). A seconda
della condizione impostata ("maggiore di"
o "minore di") in caso di superamento o
mancato raggiungimento di un limite di
campo, il bit di uscita ENBL e i bit di
uscita 1 - 8 per il controllo del valore di
soglia vengono settati su "0". Un errore
viene registrato nello stack errori.
Eccezione: se è stato selezionato il tipo
di avvio "Start automatico", non viene
registrato nessun errore nello stack
errori.
• Controllo del valore di soglia
è possibile definire fino a 8 soglie di
commutazione con le quali sorvegliare
determinate grandezze di processo (ad
es. diversi valori di temperatura). I valori
di commutazione possono essere
configurati parametrati o non parametrati.
Per ogni soglia vengono configurati 2
valori di soglia. Un valore di soglia
definisce quando il bit di uscita interessa-
to (1 ... 8) debba essere settato su "1". Il
secondo valore di soglia definisce quando
il bit di uscita debba essere resettato su
"0". Non viene registrato nessun errore
nello stack errori.
I valori analogici esatti vengono messi a
disposizione del dispositivo base per l'inoltro
ad un fieldbus. Questi valori vengono
trasmessi in modo monocanale e non sono
di sicurezza. Possono essere impiegati ai
fini della diagnostica.
Informazione: nella Guida on-line del
PNOZmulti Configurator si possono
trovare le descrizioni relative alle
modalità di funzionamento e tutte le
funzioni del sistema di sicurezza
PNOZmulti.
Montaggio
In fase di montaggio occorre osservare
quanto segue:
Attenzione! Le scariche
elettrostatiche possono danneggiare
i componenti del modulo di espansio-
ne PNOZ ma1p. Scaricare l'energia
elettrostatica dal proprio corpo prima
di toccare il PNOZ ma1p, per es.
toccando una superficie conduttiva
collegata a terra, oppure indossando
un bracciale antistatico.
• Montare il sistema di sicurezza in un
quadro elettrico con grado minimo di
protezione IP54.
• Montare il sistema di sicurezza su una
guida DIN orizzontale.
Le feritoie di ventilazione devono essere
rivolte verso l'alto e verso il basso. Una
diversa posizione di montaggio può
portare al danneggiamento del sistema di
sicurezza.
- 12 -
Functiebeschrijving
De analoge-ingangsmodule bewaakt
analoge ingangssignalen. Zowel stromen als
spanningen zijn meetbaar.
De ingangssignalen worden op beide
ingangen 2-kanalig ontvangen, ingelezen en
in digitale signalen omgezet. De resolutie
bedraagt bij spanningsmeting 13 bit en bij
stroommeting 12 bit.
In PNOZmulti Configurator kan de gebruiker
grenswaarden definiëren, die bewaakt
moeten worden:
• Bereikbewaking
Met de bereikbewaking definieert u het
toelaatbare waardebereik. U kunt tot
4 bereikgrenzen definiëren (bijv. I < 3 mA
bewaakt op draadbreuk; I > 21 mA
bewaakt op sensorfouten). Afhankelijk
van de ingestelde voorwaarde ("groter
dan" of "kleiner dan") worden bij over-
schrijden of onderschrijden van een
bereikgrens de uitgangs-bit ENBL en de
uitgangs-bits 1 - 8 voor de drempel-
waardebewaking op "0" gesteld. Er wordt
een melding in de fout-stack opgenomen.
Uitzondering: Bij keuze van de start-
wijze "automatische start" wordt geen
melding in de fout-stack opgenomen.
• Drempelbewaking
U kunt tot 8 schakeldrempels definiëren,
waarmee bepaalde procesgrootheden
(bijv. verschillende temperatuurwaarden)
bewaakt worden. De schakeldrempels
kunnen geschaald of ongeschaald
geconfigureerd worden. Per drempel
worden 2 drempelwaarden
geconfigureerd. Een drempelwaarde
definieert wanneer de betreffende
uitgangs-bit (1 ... 8) op "1" wordt gesteld.
De tweede drempelwaarde definieert
wanneer de uitgangs-bit op "0" wordt
gereset. Er wordt geen melding in de fout-
stack opgenomen.
De exacten analoge waarden worden
beschikbaar gesteld aan het basisrelais
voor doorverwijzing naar een veldbus. Deze
waarde wordt eenkanalig overgezonden is
niet veilig. Deze waarden worden
eenkanalig overgestuurd en zijn niet veilig.
Ze kunnen voor diagnosedoeleinden
worden gebruikt.
Info: In de on line Help van de
PNOZmulti Configurator vindt u
beschrijvingen van de bedrijfsmodi en
alle functies van het veiligheids-
systeem PNOZmulti.
Montage
Neem bij montage het volgende in acht:
Let op! Door elektrostatische
ontlading kunnen componenten van
de uitbreidingsmodule PNOZ ma1p
beschadigd worden. Zorg voor
ontlading voordat u de PNOZ ma1p
aanraakt, b.v. door het aanraken
van een geaard, geleidend vlak of
door het dragen van een geaarde
armband.
• Monteer het veiligheidssysteem in een
schakelkast met een beschermingsgraad
van minimaal IP54.
• Monteer het veiligheidssysteem op een
horizontale draagrail.
De ventilatiegleuven moeten omhoog en
omlaag wijzen. Andere inbouwposities
kunnen ertoe leiden dat het veiligheids-
systeem defect raakt.