Gebruiksaanwijzing
Over dit document
Deze gebruiksaanwijzing verstrekt u alle in-
formatie die u voor het doelmatig, veilig en
reglementair gebruik en onderhoud van de
Wetrok Servomatic 43 KA nodig hebt. Dit
document moet voor het bedieningspersoneel
steeds binnen handbereik worden bewaard. De
uitklapbare pagina bevat foto's waarnaar in de
beschrijving van de machine wordt verwezen.
Gebruik conform de voorschriften
Deze machine is geconstrueerd voor het
industrieel reinigen van harde vloeroppervlakken
en textielvloerbedekking, waarbij de gebruiks-
aanwijzing moet worden opgevolgd. Alle andere
toepassingen zijn niet toegestaan en wegens de
hieraan verbonden gevaren verboden.
1. Beschrijving van de
machine
(afb. A)
Details van de machine
A
1
Handgreep. Machine kan naar keuze
met de rechter of de linker hand worden
geleid.
A
2
Tuimelschakelaar voor watertoe-
voer.
Stand «aan» = permanente water-
toevoer, stand «impuls» = gedoseerde
watertoevoer. Er wordt alleen water
toegevoerd wanneer de borstelmotor
ingeschakeld is.
A
3
Inschakelhendel. Als de machine
wordt losgelaten, wordt de motor auto-
matisch uitgezet.
A
4
Netsnoer
A
5
Klembeugel
voor
tank
A
6
Disselverstelling.
15 instelposities
A
7
Deksel voor schoonwatertank
A
8
Hendel voor omhoog en omlaag
brengen van het zuigmondstuk
A
9
Schoonwatertank
A 10
Tuimelschakelaar voor zuigmotor
A 11
Zuigmotor
A 12
Deksel voor vuilwaterreservoir (met
ingebouwd schuim-uitschakelmecha-
nisme)
A 13
Draagbeugel voor vuilwaterreser-
voir
A 14
Aandrijfmotor
A 15
Vuilwaterreservoir
A 16
Beschermrollen en beschermbeu-
gels (bescherming bij het werken bij
muren)
A 17
Transportwielen (massieve rubber-
banden met kogellagers)
A 18
Zwenkbaar zuigmondstuk
A 19
Bevestigingsschroeven voor zuig-
mondstuk
A 20
Instelschroef voor regulering van
zuigmondstuk
A 21
Verstelhendel voor voorwaartse ver-
plaatsing van de machine
A 22
Instelschroef voor zijdelingse be-
sturing van de machine.
A 23
Vacuümslang
A 24
Schoonwaterslang
A 25
Kabelhaak (naar alle kanten draaibaar)
A 26
Vuilwater-zuigslang
Toebehoren/gebruiksmateriaal
H 1 Politoerborstel Union
H 2 Schuurborstel supernylon
H 3 Schuurborstel
voor
beton
H 4 Schuurborstel polypropyleen
H 5 Wetrok Polypad
– om te politoeren: geel (fijn)
– voor nat schuren: rood (fijn tot
middelfijn)
groen (middelfijn) en zwart (grof)
H 6 Pad-aandrijfschijf
(NL / B)
H 7 Zuigslang 71, 2,5 m
H 8 Sleepmondstuk
H 9 Zuigmondstuk 42
H 10 Handbuis 85
2. Algemene
veiligheidsvoorschriften
De machine is volgens de momentane stand der
techniek en de geldige veiligheidstechnische
regels
geconstrueerd. Zij is elektrotechnisch gecontro-
leerd en voldoet aan de Europese veiligheids-
normen. Zij beschikt over verscheidene stroom-
onderbrekingen, die als beveiliging fungeren.
Desondanks kan gevaar optreden, vooral bij
verkeerd gebruik of niet juist opvolgen van de
voorschriften en aanwijzingen in de gebruiks-
aanwijzing.
2.1. Bronnen van gevaar
2.2. Gebruik niet conform de
voorschriften
Elk gebruik van de machine dat niet met het
onder «Gebruik conform de voorschriften» of
contractueel overeengekomen doel overeen-
komt, is niet toegestaan. Elk gebruik van de
machine in technisch niet perfecte toestand of
onder veronachtzaming van de volgende voor-
schriften is verboden:
– Beveiligingen mogen niet worden verwijderd
of ontdoken.
– Ombouwen of veranderen van het product is
niet toegestaan.
2.3. Organisatorisch
De eigenaar is ervoor verantwoordelijk dat:
– de machine alleen wordt gebruikt door
personen die in het bedienen onderricht zijn
schoonwater-
en uitdrukkelijk een opdracht voor het gebruik
hebben
– de geldige regels voor arbeidsveiligheid
aangehouden worden
– eventuele verder gaande voorschriften van
de staat of intern van het bedrijf opgevolgd
worden
– alle bedieningspersoneelsleden de veilig-
heidsvoorschriften kennen en in het gebruik
van de machine productspecifiek zijn
opgeleid
– alle bedieningspersoneelsleden de gebruiks-
aanwijzing voor gebruik van de machine
hebben gelezen en begrepen
– de verantwoordelijkheden voor gebruik,
onderhoud en reparatie van de machine
duidelijk zijn vastgelegd en worden nage-
komen
– Storingen en schades onmiddellijk aan de
servicedienst worden gemeld
2.4. Noodsituaties
Na voorvallen de machine vóór controle door
Wetrok niet weer in bedrijf nemen.
2.5. Eerste inbedrijfname
De aflevering, instructie over veiligheidsvoor-
schriften, bediening en onderhoud alsmede de
eerste inbedrijfname geschieden normaliter door
een door Wetrok geautoriseerde vakman. Is dit
niet het geval, zo is de eigenaar voor de instructie
van het bedieningspersoneel verantwoordelijk.
Overige veiligheidsvoorschriften inzake be-
diening en onderhoud zijn in de overeen-
komstige hoofdstukken vermeld en moeten
dwingend worden opgevolgd!
3. Bediening
3.1. Veiligheidsvoorschriften
uitgewassen
De machine mag alleen worden gestart als:
– de op het typeplaatje aangegeven spanning
met de in het gebouw ter beschikking staan-
de spanning overeenkomt
– dit apparaat beveiligd is met een vermogens-
schakelaar van type H met een nominale
stroom van 16 A of een smeltzekering van 10 A
Attentie:
– Na gebruik of onderhoud moet de stekker
– Nooit over elektrische leidingen rijden.
– Defecte elektriciteitskabels mogen alleen
– De machine moet worden gestart terwijl de
3.2. Montage en demontage van
het werkelement (borstel- of pad-
aandrijfschijf)
3.2.1. Montage
Pad-aandrijfschijf met pad of borstel vlak op de
vloer leggen. Machine met dissel omlaag direct
op het werkelement zetten. (Machine moet
absoluut horizontaal en gecentreerd op het
werkelement gepositioneerd zijn.) Nu de dissel
horizontaal iets heen en weer bewegen tot de
machine helemaal in de koppeling van het
werkelement vastklikt. Nu pas de motor
inschakelen. (Afb. B)
3.2.2. Demontage
Borstel of pad-aandrijfschijf ontkoppelen. Ma-
chinedissel (in werkpositie) omlaag drukken tot
het werkelement helemaal van de vloer is. Door
het pad met hand of voet tegen de klok in te
draaien wordt het werkelement uit de bajonet-
koppeling geduwd.
3.3. Vullen met reinigingsvloeistof
Machinedissel met de verstelhendel (A 6) in
verticale positie zetten. Benodigde reinigings-
vloeistof erin gieten.
3.4. Het inregelen van de machine
3.4.1. Zijdelingse geleiding
Met de instelschroef (C 2) kan de zijdelingse
geleiding worden gereguleerd. Als de machine
naar rechts trekt: stelschroef naar rechts
draaien, anders naar links.
3.4.2. Voorwaartse verplaatsing
Machinedissel in werkpositie zetten. Motor en
watertoevoer inschakelen. Verstelschroef (C 1)
langzaam naar voren drukken tot de machine uit
zichzelf naar voren gaat..
3.4.3. Instellen van het
zuigmondstuk
Met de instelschroef (C 3) contacthoek van de
zuiglippen t.o.v. het vloeroppervlak instellen. Het
mondstuklichaam moet daarbij iets naar achte-
ren hellen, om ervoor te zorgen dat de achterste
zuiglip sterk genoeg op de vloer wordt gedrukt.
Deze instelling moet aan het begin van het werk
gecontroleerd en eventueel bijgesteld worden.
3.5. Het uitvoeren van
reinigingswerk
Verwijder voor het begin van het werk los vuil van
de vloer.
3.5.1. Keuze van de
reinigingsmiddelen en de
werkelementen
Het gebruik van pad (of borstel) en reinigings-
middel hangt van het reinigingssysteem (onder-
houds-/tussen-/basisreiniging) af. Gebruik ge-
en sterk schuimende reinigingsmiddelen en
geen brandbare oplosmiddelen!
(afb. B + C)
3.5.1.1. Basisreiniging
Wetrok Antiwax of Wetrok Rewit gebruiken
(dosering volgens etiket op de verpakking).
Gladde vloeren: pad-aandrijfschijf met Wetrok
polypad en vloeren met ruw oppervlak (b.v.
gezaagd natuursteen): schuurborstel of super-
nylonborstel gebruiken.
van het apparaat worden uitgetrokken.
Gevaar voor een elektrische schok!
door PVC-leidingen 3x1 mm HO5vv-F
conform DIN 57281/VDE0281 met afwijkin-
gen conform VDE 0730 deel 2 ZM worden
vervangen.
steel schuin staat.
11