6.
Installatie
Raadpleeg de afbeeldingen op pagina 2 van deze handleiding.
6.1
Het toestel monteren
•
Laat een geschoolde technicus dit toestel installeren conform EN 60598-2-17 en andere toepasselijke
normen.
•
De constructie waaraan het toestel wordt bevestigd, moet gedurende 1 uur 10 x het gewicht van dit
toestel kunnen dragen zonder te vervormen.
•
Maak het toestel ook vast met een veiligheidskabel.
•
Sta nooit recht onder het toestel wanneer u het monteert, verwijdert of schoonveegt. Laat het toestel
controleren door een geschoolde technicus voor u het in gebruik neemt en laat het 1 x per jaar
volledig nakijken.
•
Installeer dit toestel op een plaats waar niemand langs moet lopen, kan neerzitten of het toestel kan
aanraken.
•
Een degelijke praktijkervaring is vereist voor de plaatsing van dit toestel. U moet de
maximumbelasting van de draagconstructie kunnen berekenen, weten welk constructiemateriaal u
kunt gebruiken en u moet het gebruikte materiaal en het toestel af en toe laten nakijken. Monteer
het toestel niet zelf indien u er geen ervaring mee heeft. Een slechte montage kan leiden tot
verwondingen.
•
Regel de gewenste invalshoek door middel van de montagebeugel en draai de regelschroeven stevig
aan.
•
Een geschoolde elektricien moet het toestel aansluiten.
•
Sluit het toestel via de stekker aan op het lichtnet. Sluit het niet aan op een dimmerpack.
6.2
DMX512-aansluiting
Raadpleeg de figuren op pagina 2 van deze handleiding.
•
Indien van toepassing, sluit een XLR-kabel aan de vrouwelijke 3-pin XLR-uitgang van een controller
(niet meegelev.) en de andere kant van de mannelijke 3-pin XLR-ingang van de LX103. U kunt
verscheidene LX103's aan elkaar koppelen met behulp van een seriële koppeling. Gebruik daarvoor
een 2-aderige afgeschermde kabel met XLR ingang- en uitgangsaansluitingen.
•
De maximaal aanbevolen kabellengte is 500 meter, het aanbevolen maximumaantal toestellen op
eenzelfde aansluiting is 32.
•
Een DMX eindweerstand is aanbevolen als de DMX-kabel vrij lang is of wordt gebruikt in een
omgeving met veel elektrische ruis (bv. een discotheek). De eindweerstand voorkomt corruptie van
het digitale controlesignaal door elektrische ruis. De DMX eindweerstand is niets meer dan een XLR-
stekker met een weerstand van 120 Ω van pin 2 naar 3. Deze XLR-stekker wordt dan aangesloten op
de XLR-uitgang van het laatste toestel in de reeks.
6.3
Algemeen
•
Verwijder alle brandbaar materiaal in een straal van 0,5 m rond het toestel en voorzie voldoende
koeling.
•
Een geschoolde elektricien moet het toestel aansluiten.
•
Alle toestellen moet via een geaard stopcontact gevoed worden en mogen niet via een variabele
weerstand of dimcircuit gevoed worden, ook al gebruikt u de variabele weerstand of het dimcircuit
als een 0% tot 100% inschakeling.
•
De installatie moet voor het eerste gebruik gekeurd worden door een expert.
7.
Gebruik
Raadpleeg de afbeeldingen op pagina 2 van deze handleiding.
7.1
Het bedieningspaneel
Bedien het paneel met behulp van de vier toetsen onderaan de lcd-display.
toets
functie
<MENU>
toegang tot het menu of terugkeer naar het vorige menu
ENTER>
selectie en bevestiging van een optie
<UP>
scroll door de verschillende menuopties in stijgende volgorde
<DOWN><
scroll door de verschillende menuopties in dalende volgorde
V. 01 – 06/06/2012
LX103
12
©Velleman nv