4.
Productoverzicht
Leveringspakket
A
Ophangklem
B
Lateibevestiging
C
Schroef 4 x 18 (12x)
D
Schroef 4 x 10 (2x voor afdekkap / lampenkap)
E
Afdekkap
F
Onderstuk railverbinder (2x)
G
Bovenstuk railverbinder (4x)
H
Motoraggregaat met rail
I
Handzender
J
25 W gloeilamp (peervormig)
K
Pen met SL-borging (2x)
L
Plaatschroeven 6,3 x16 (4x)
M
Zeskantschroef M6 x 20 (2x)
N
Schroevenset lateibevestiging
O
A10-pluggenset (4x)
P
Montagestrip
Q
Trekstang
R
Bevestingsprofiel bovenkant deur
S
Hoekprofiel van het bevestigingsprofiel bovenkant deur (2x)
5.
Montagevoorbereidingen
Attentie!
Om een correcte montage te garanderen moeten, voor het begin
van de werkzaamheden, de volgende controles steeds worden
uitgevoerd.
Leveringspakket
• Controleer of het leveringspakket compleet is (afbeelding 4).
• Controleer of het benodigde toebehoren voor uw inbouwsituatie
aanwezig zijn.
Garage
• Controleer of uw garage over een geschikte netspanningsaansluiting en
een spanningonderbreker beschikt.
Deurinstallatie
Attentie!
Bij garages zonder tweede ingang: om in het geval van een
storing de garage te kunnen betreden, moet de garagedeur van
een ontgrendeling worden voorzien.
• Demonteer de deurvergrendelingen of stel de deurvergrendelingen
buiten werking.
• Controleer of de aan te drijven garagedeur voldoet aan de volgende
voorwaarden:
- De garagedeur moet gemakkelijk met de hand te bedienen zijn.
- De deur moet in iedere positie blijven staan (in balans zijn)
Informatie:
i
Bij toepassing en montage van accessoires dient de betreffende
bijgevoegde handleiding in acht te worden genomen.
6.
Montage
6.1
• Leg de kop en de rail op een droge ondergrond.
Attentie!
Voor een goede werking mag de tandriem niet worden gedraaid.
• Klap de rail uit
elkaar.
6.2
• Schroef de rail met de railverbinders
vast.
6.3
• Span de tandriem met de inbussleutel zodanig dat de pijl zich in
de middelste stand bevindt.
• Fixeer de ingestelde spanning met de schroef.
6.4
• Plaats de gloeilamp in de motoraggregaat.
Attentie!
Om een foutloze deur beweging te garanderenmoet ,
De bovenkant van het deurblad moet op zijn hoogste punt van
de openingsbaan 10-50 mm onder de horizontale onderkant van
de geleiderail liggen.
• Schroef de lateibevestiging
6.5
- tegen de muur (6.5a) of
- tegen het plafond (6.5b).
6.6
• Schroef het deuraansluitingselement tegen de
- sectionaaldeur (6.6a) of de
- kanteldeur (6.6b).
Voorzichtig!
- Het aandrijfsysteem moet tot aan de voltooiing van de montage
tegen neervallen worden beveiligd.
- De schroef die door de rail en het deuraansluitingselement
steekt, mag slechts zover worden aangedraaid tot de moer de
schroefdraad vlak afsluit.
• Monteer de aandrijfgenerator op de rail op het deuraanslui-
6.7
tingselement.
6.8
• Monteer de afhangklemmen.
• Bepaal de afstand (ongeveer 20 cm van de aandrijfkop).
6.9
• Schuif de afhangplaat in de afhangklem.
• Buig de afhangplaat aan de hand van de structurele
omstandigheden.
• Schroef het aandrijfsysteem onderaan op het plafond vast.
6.10
• Monteer de deurmeenemer.
7.
Inbedrijfstelling
Voorzichtig!
Gevaar voor een elektrische schok:
Voor het installeren van de bekabeling moet worden
gecontroleerd, dat de leidingen spanningsvrij zijn.
Tijdens het installeren van de bekabeling moet ervoor worden
gezorgd, dat de leidingen spanningsvrij blijven (opnieuw
inschakelen verhinderen).
Attentie!
Om schade aan de besturing te voorkomen:
- Neem altijd de plaatselijke veiligheidsbepalingen in acht.
- Leg netleidingen en besturingskabels beslist gescheiden aan.
- De stuurspanning bedraagt 24 V DC.
- Externe spanningen aan de aansluitingen XP020, XB10 of XB01
leidt tot beschadiging van de elektronica.
- Op de klemmen 1 en 2 (XB01) uitsluitend potentiaalvrije
maakcontacten aansluiten.
i
Opmerking:
Verwijder de overeenkomstige kortsluitingsstekker alvorens een
bedieningselement aan de aansluitbus aan te sluiten.
• Sluit eventueel aanwezig toebehoren aan.
7.1
Legenda besturingsaansluitingen
X1
Externe bedieningselementen
X2
Systeemuitbreiding, optioneel
NL
17