• Plaats de pakking (26) in het slangaansluitstuk van de waterinlaat (25) en draai hem vast op de
aansluiting (17).
• Vul de oliecarter van de verbrandingsmotor met olie aan de hand van de aanwijzingen van de handleiding
voor gebruik en onderhoud (deze handeling hoeft u niet te verrichten in het geval van machines met
dieselmotor, aangezien in dit geval de oliecarter al in de fabriek is gevuld).
FUNCTIONERING - VOORBEREIDENDE HANDELINGEN
• Houd u aan de aanwijzingen van de paragrafen
.
ONDERHOUD"
• Verricht de voorbereidende handelingen beschreven in de handleiding voor gebruik en onderhoud van
de verbrandingsmotor van de hogedrukreiniger. Onthoud dat u brandstof moet bijvullen en het oliepeil
in de motor moet controleren.
• Controleer bij uitgeschakelde motor en als de machine is afgekoeld het oliepeil van de pomp met de
peilmeter (42). Controleer tevens het oliepeil van de reductor met de peilindicator (38).
Voor eventueel bijvullen, raadpleeg de typen smeermiddelen beschreven in de paragraaf
EN TECHNISCHE GEGEVENS" .
• Controleer of de banden zijn opgepompt.
• Vul de tank met een ontkalkingsmiddel (of water, als u geen ontkalkingsmiddel hebt) (zie ook de paragraaf
"WERKING MET ONTKALKINGSMIDDEL ")
• Breng de hogedrukreiniger met behulp van de handgreep (2) naar de werkplaats.
• Schakel de rem (40) van het draaiwiel (39) in.
• Rol de hogedrukleiding (35) helemaal uit.
• Bevestig een toevoerslang met een interne diameter van 19 mm/0,75 in met de klemband (50) aan het
slangaansluitstuk (25).
• Sluit de watertoevoerleiding op een kraan aan.
• Start de verbrandingsmotor, raadpleeg de desbetreffende handleiding voor gebruik en onderhoud.
• Open het kraantje (in het geval van een aansluiting op het waterleidingnet moet u een terugstroomafsluiter
gebruiker: raadpleeg de desbetreffende handleiding voor het gebruik ervan), controleer of er geen water
druppelt
• Druk de hendel (22) van de waterpistool in en wacht tot een continue stroom water naar buiten wordt
gespoten. De pomp zuigt nu goed aan.
• Schakel de verbrandingsmotor uit, raadpleeg daarvoor de desbetreffende handleiding, en sluit eventueel
het kraantje.
• Druk de hendel (22) in van de waterpistool om de eventuele resterende druk af te laten.
• Sluit de spuitlans (21) aan op de spuitpistool (24).
STANDAARD WERKING MET KOUD WATER (MET HOGE DRUK)
• Verzeker u ervan dat het mechanisme (37) niet op de stand lage druk is geplaatst (Afb. 4-a).
• Verzeker u ervan dat de draaiknop (28) op
• Start de verbrandingsmotor, raadpleeg de desbetreffende handleiding voor gebruik en onderhoud.
• Open de watertoevoerkraan.
• Druk op de hendel (22) van de waterpistool. Controleer of de straal gelijkmatig uit de vernevelaar wordt
gespoten en er geen water druppelt.
• Stel de druk zo nodig af met de knop (8). Draai deze knop rechtsom om de druk te verhogen en linksom
om hem te verlagen. De drukwaarde kan van de drukaanwijzer (13) worden afgelezen. De druk kan
worden verlaagd met behulp van het mechanisme (37) zie Afb. 4-a.
WAARSCHUWING
• Laat de motor een aantal minuten lang warmdraaien alvorens u het maximum vermogen van de
hogedrukreiniger vereist.
als het gasoliepeil in de tank onder het minimum is, blijft het controlelampje (44) ook branden
OPMERKING:
tijdens de werking met koud water.
96
HANDELING C VAN AFB. 7
HANDELING C VAN AFB. 7
.
"NORMAAL ONDERHOUD
.
HANDELING M VAN AFB. 2
.
HANDELING M VAN AFB. 2
HANDELING E VAN AFB. 7.
is geplaatst: het controlelampje (30) is uit.
" en
"BUITENGEWOON
"EIGENSCHAPPEN
.
.