Voorbereiding Voor De Werking; Werking; Na De Werking - Fimap FV9 Manual De Uso

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 24
1. Verwijder de bedekking (1) van de zuigbak, door op de haken
te handelen die op de zijkant van de bak zelf zijn voorzien (pijl
A in Afb. 1).
2. Controleer dat de filter van stof (2) correct is gepositioneerd (Afb.
2) en dat de zak (3) correct in de filter is geplaatst (Afb. 3).
3. Bevestig de bedekking op de zuigbak (pijl B in Afb. 1) door deze
te blokkeren met behulp van de haken die zich aan de zijkant van
de bak bevinden.
A
B
1
1
B
A
5
1. Stop de stekker van de stroomkabel in het stopcontact (Afb. 6) .
2. Schakel het toestel in door de hoofdschakelaar in positie "I" te
stellen (Afb. 7).
3. Stel het pedaal (7) op de borstel in op "HARDE ONDERGROND"
of "TAPIJT" (Afb. 8).
4. Voer nu de werkzaamheden uit.
6
1. Schakel het toestel uit door de hoofdschakelaar in positie "0" te
stellen (Afb. 10).
2. Haal de stekker van de stroomkabel uit het stopcontact. Om
schade aan de stroomkabel te vermijden, moet de stekker uit het
stopcontact gehaald worden door aan de stekker zelf te trekken,
en niet aan de kabel (Afb. 11).
3. Breng het toestel naar een geschikte plek om de bak leeg te
maken.
10

VOORBEREIDING VOOR DE WERKING

2
A
B
2

WERKING

7

NA DE WERKING

11
4. Plaats de inlaat (4) in de zuigleiding in de opening op de
bedekking van de zuigbak (pijl A in Afb. 4), en let op dat de
blokkeerpin (5) correct in de opening (6) wordt gestopt (Afb. 4).
5. Koppel de inlaat vast op de bedekking door rechtsom te draaien
(pijl A in Afb. 5).
6. Selecteer het accessoire en het verlengstuk dat gepast is voor de
uit te voeren werkzaamheden. Plaats het gekozen verlengstuk en
accessoires op de zuigleiding.
3
A
B
3
Als, tijdens de werkzaamheden, de zuigcapaciteit excessief blijkt,
wanneer het accessoire in contact is met de vloer, moet de hendel
(8) op de handgreep van de zuigleiding verplaatst worden (Afb. 9).
7
8
4. Positioneer het toestel in een gesloten omgeving, op een vlakke
ondergrond. Nabij het toestel mogen geen voorwerpen aanwezig
zijn die in geval van contact met het toestel beschadigd kunnen
worden, of die het toestel zelf kunnen beschadigen. Als het
toestel wordt opgehangen, moet gecontroleerd worden dat de
haken geschikt zijn voor het gewicht en de grootte van het toestel
zelf.
98
A
B
4
5
6
4
8
9

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido