Instellen van schaafdiepte (Fig. 4)
De schaafdiepte is heel eenvoudig in te stellen door de
knop voor op het gereedschap te verdraaien.
Werking van de trekschakelaar
LET OP:
Alvorens de machine op netstroom aan te sluiten, dient u
altijd te controleren of de trekschakelaar behoorlijk werkt
en bij het loslaten naar de "OFF" positie terugkeert.
Voor machines zonder vastzetknop en
ontgrendelknop (Fig. 5)
Om de machine in te schakelen, drukt u gewoon de trek-
schakelaar in. Laat de schakelaar los om de machine uit
te schakelen.
Voor machines met een vastzetknop (Fig. 6)
Om de machine in te schakelen, drukt u gewoon de trek-
schakelaar in. Laat de schakelaar los om de machine uit
te schakelen. Voor continu gebruik, eerst de trekschake-
laar en dan de vastzetknop indrukken. Om de machine
vanuit de vergrendelde stand te stoppen, de trekschake-
laar helemaal indrukken en deze dan loslaten.
Voor machines met een ontgrendelknop (Fig. 7)
Een ontgrendelknop is voorzien om te voorkomen dat de
trekschakelaar per toeval wordt ingedrukt. Om de
machine te starten, druk de ontgrendelknop in en druk
dan de trekschakelaar in. Om de machine te stoppen, de
trekschakelaar loslaten.
Schaven (Fig. 8)
Leg eerst het voorste zoolvlak plat op het oppervlak van
het werkstuk, zonder dat de messen nog iets aanraken.
Schakel het gereedschap in en wacht totdat de messen
op volle snelheid draaien. Hierna beweegt u het gereed-
schap langzaam vooruit. Oefen druk uit op het voorste
gedeelte van het gereedschap als u begint te schaven en
op het achterste gedeelte als het einde nadert. Het scha-
ven gaat gemakkelijker als u het werkstuk een beetje
schuins houdt, zodat u schaaft met het gereedschap iets
naar beneden gericht.
De snelheid waarmee u schaaft en de schaaftdiepte
bepalen het resultaat. De snelheid van verspanen zelf is
zodanig dat de spanen nooit klemraken. Voor ruw scha-
ven kunt u de schaafdiepte vermeerderen, terwijl voor
een goede afwerking de schaafdiepte verminderd moet
worden en het gereedschap langzamer vooruitbewogen
dient te worden.
18
Aanscherpen van de schaafmessen (Fig. 9, 10 en
11)
Houd uw schaafmessen altijd scherp om de best moge-
lijke resultaten te krijgen. Gebruik de slijphouder om bra-
men te verwijderen en fijn geslepen randen te krijgen.
Draai eerst de twee vleugelmoeren op de houder los en
steek messen (A) en (B) erin zodat deze met zijkanten
(C) en (D) in aanraking komen. Draai dan de twee vleu-
gelmoeren vast.
Dompel de wetsteen voor 2 of 3 minuten in water alvo-
rens aan te scherpen. Houd de aanscherphouder zoda-
nig, dat beide messen met de wetsteen in aanraking
komen voor gelijktijdig aanscherpen onder dezelfde
hoek.
Aansluiten van een stofzuiger
Voor Europese landen en gebieden (Fig. 12 en 13)
Voor stofvrij schaven sluit u een Makita-stofzuiger aan op
uw machine. Monteer de zuigkop (bijgeleverd onderdeel)
op de machine door gebruikmaking van de bijgeleverde
schroeven. Sluit daarna een slang van de stofzuiger aan
op de zuigkop (zie Fig. 13).
Voor andere landen en gebieden
Om een Makita-stofzuiger aan uw machine te bevesti-
gen, hebt u een verbindingsstuk en scharnierstuk (los
verkrijgbare accessoires) nodig. Voor het verbindings-
stuk en scharnierstuk dient u een catalogus of vertegen-
woordiger van Makita te raadplegen.
ONDERHOUD
LET OP:
Zorg er altijd voor dat de machine is uitgeschakeld en de
stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens onder-
houd aan de machine uit te voeren.
Vervangen van koolborstels (Fig. 14, 15 en 16)
Vervang de koolborstels wanneer deze tot aan de limiet-
markering zijn versleten. Verwijder eerst de spaanafvoer
en vervang dan de koolborstels. Vervang altijd beide
koolsborstels gelijktijdig door gelijksoortige koolborstels.
Opdat het gereedschap veilig en betrouwbaar blijft, die-
nen alle reparaties, onderhoud of afstellingen te worden
uitgevoerd bij een erkend Makita service centrum.