Onderhoud
Als er abnormaal lawaai of abnor-
male trillingen ontstaan, moet de
blazer stil gezet en de fout verhol-
pen worden vóór de blazer weer
gestart wordt.
Smeren
De lagers van de blazer worden
gesmeerd geleverd door de fabriek
en behoeven verder geen onder-
houd.
Spanningscontrole met Optibelt riemspanningstester
(extra onderdelen)
Multiair
2100 (50/60 Hz)
2150 (50/60 Hz)
2200 (50/60 Hz)
Speciaal voor 2200
(60 Hz) met
motor/blazerpoelie:
218/158
2250 (50/60 Hz)
Transmissie
Een te sterk of te weinig gespan-
nen ribband vermindt de effectiviteit
en de levensduur van de riemaan-
drijving!
De spanning van de ribband kan
men het beste controleren met de
Optibelt riemspanningstester (extra
onderdelen, zie blz. 31).
Nieuw gemonteerd
min 500N
max 600N
min 600N
max 700N
min 700N
max 800N
min 800N
max 900N
min 850N
max 950N
Controle/naspannen
min 450N
max 500N
min 500N
max 600N
min 550N
max 600N
min 600N
max 700N
min 650N
max 700N
Na een inlooptijd van 0,5 tot 4 uur
met volledige belasting moet de
ribband de eerste keer worden
gecontroleerd.
Breng de ribband zonodig op span-
ning. De lengtetoename tijdens het
inlopen opgedaan, is nu gecorrige-
erd!
We bevelen aan de riemspanning
met regelmatige tussenpozen te
controleren, b.v. met intervallen van
6 maanden/2000 draaiuren en hem
na te spannen als dat nodig is.
Bij montage van ribbanden moet
de asafstand verminderd worden,
zodat de ribband er los opgelegd
kan worden. Ribbanden die met
geweld gemonteerd worden of over
de poelie worden gewrongen zullen
altijd beschadigd zijn.
De poelies moeten zodanig worden
afgesteld dat de sporen in één lijn
liggen.
Abnormale warmteontwikkeling,
vibraties of hoog lawaainiveau be-
tekent in het algemeen een vreemd
voorwerp in de sporen, verkeerde
riemspanning of losse poelies.
Reiniging
Zorg altijd voor ongelimiteerde
toe- en afvoer van koellucht voor
de blazer.
29