•
Maak de sensoren geregeld schoon.
•
Ga geregeld na of de sensoren op een correcte manier in de bumper gemonteerd zijn.
•
Vervang onmiddellijk een defecte sensor. Neem contact op met een erkende dealer.
•
Het is aan te raden de parkeerhulp voor de ingebruikname te testen.
8. Werkingstesten
Detectietest
Plaats een obstakel van ± 1 m hoog op 80 tot 100 cm van de achterbumper van uw wagen. Leg
het contact aan en schakel de wagen in zijn achteruit. Het systeem moet nu automatisch
beginnen piepen of de afstand tot en de richting van het obstakel weergeven. Test de sensors
individueel.
Waarschuwingstest
Plaats een obstakel van ± 50 x 50 cm op 80 tot 100 cm van de achterbumper van uw wagen. Leg
het contact aan en schakel de wagen in zijn achteruit. Het systeem moet nu automatisch
beginnen piepen of de afstand tot en de richting van het obstakel weergeven. Verplaats het
obstakel afwisselend voor- en achteruit om de afstand tussen obstakel en wagen te variëren. Het
systeem moet nu afwisselend sneller en trager piepen en ondertussen de afstand tot en de
richting van het obstakel weergeven. Verschuif het obstakel naar links en naar rechts: ook nu
moet het systeem automatisch piepen en de afstand tot en de richting van het obstakel
weergeven.
9. Technische specificaties
werkspanning
nom. Spanning
stroom
afmetingen
behuizing lcd
lcd
31.07.2014
SPBS10
Oppervlak van de hindernis
Oppervlakken die ultrasone frequenties
opnemen, bv. textiel, zijn moeilijk door de
parkeerhulp waarneembaar. Personen worden
bijgevolg meestal enkel waargenomen vanaf
een afstand van ± 1,3 m achteraan het
voertuig.
Vorm van de hindernis
Oppervlak B wordt waargenomen maar
oppervlak A niet.
Staat van de weg
Oneffen wegen kunnen de parkeerhulp
inschakelen.
10 ~ 16 VDC (via achteruitrijdlicht)
12 VDC
120 mA
85 x 53 mm
60 x 40 mm
13
©Velleman nv