OPMERKING: • De capaciteit per lading is korter bij
gebruik onder extreem hete of koude
omstandigheden.
• Bij dit product zijn batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze
niet weggooien maar inleveren als
KCA.
Recyclen van de accu
Om het milieu te beschermen en nogmaals bruik-
bare materialen te recyclen, dient u de accu naar
een hiervoor bestemd inzamelpunt te brengen.
ATTENTIE:
Ni-Cd accu EY9106/EY9136
Dit gereedschap bevat een nikkel-cadmium-
accu. Zorg dat deze accu op de juiste wijze
gerecycled of weggegooid wordt.
Opladen
OPMERKING: Laad een nieuwe accu, of een accu die u
voor een lange tijd niet heeft gebruikt, ca.
24 uur op voor het verkrijgen van een
optimale gebruikstijd.
Acculader (EY0110)
1. Steek de lader in een stopcontact,
OPMERKING: Wanneer de stekker in het stopcontact
wordt gestoken, kunnen er vonken zijn,
maar dit is niet gevaarlijk.
2. Plaats de accu goed in de lader.
Accu
IV. INDICATORS
Knippert rood
Brandt rood
Knippert snel groen
Brandt oranje
Knippert oranje
Naar stopkontakt
Acculader
—
3. De laadindicator licht op tijdens het laden. Wan-neer
de accu is geladen, wordt automatisch een interne
elektronische schakeling geactiveerd die voorkomt
dat de accu wordt overladen.
• Wanneer de accu warm is, zal deze niet worden
opgeladen (bijvoorbeeld direct na intensief gebruik).
De oranje standby-indicator blijft branden tot de accu
is afgekoeld. Vanaf dat moment wordt de accu
automatisch opnieuw geladen.
4. Wanneer het opladen is voltooid, zal de laadindicator
snel groen gaan knipperen.
5. Als de accu koud of als de accu gedurende langere
tijd niet is gebruikt, zal de laadindicator branden. In dit
geval is de tijd die vereist is om de accu volledig op te
laden langer dan de standaard oplaadtijd.
• Als een volledig opgeladen accu opnieuw in de
acculader wordt geplaatst, zal het oplaadlampje
oplichten. Na enkele minuten kan het oplaadindi-
catielampje snel gaan knipperen om aan te geven
dat het opladen is voltooid.
6. Als het oplaadindicatielampje niet onmiddellijk oplicht
nadat de lader is ingestoken, of als na de normale
oplaadtijd het lampje niet dooft, roep dan de hulp in
van een erkende dealer.
OPMERKING: • Laat een koude accu (kouder dan 5°C
(41°F)), voordat deze wordt opgeladen
in een warme omgeving, eerst mini-
maal een uur in deze ruimte liggen om
op temperatuur te komen. Anders is
het mogelijk dat de accu niet volledig
wordt opgeladen.
• Laat de lader afkoelen wanneer u
meer dan twee accu's na elkaar
oplaadt,
• Steek uw vingers niet in de contac-
topening wanneer u de lader vastpakt.
WAARSCHUWING: • Gebruik geen stroom van een
• Voorkom dat de ventilatiegaten
• Trek de lader uit wanneer u
Lader is aangesloten op een stopcontact.
Klaar om op te laden.
Aan het opladen
Opladen voltooid
Batterij is warm. Het opladen zal beginnen wan-
neer de temperatuur van de batterij is gedaald.
Opladen is niet mogelijk. Stof op de bat-
terij of batterij defect.
—
26
motorgenerator.
van de lader en de accu worden
bedekt.
hem niet gebruikt.