LET OP: druk de bol (2) niet in als de motor al warm is en
maak geen gebruik van de starter. Laat de startkabel nooit
wegschieten om de beschadiging van de startgroep te
vermijden.
DE MOTOR UITSCHAKELEN
Plaats de gashendel (2) Afb.19 op een minimum en wacht
een aantal seconden zodat de motor kan afkoelen. Plaats
de stopschakelaar op STOP (0) afb. 19.
Controleer regelmatig of de schroeven van de bosmaaier
aanwezig en aangedraaid zijn. Vervang de beschadigde,
versleten, gebarsten of gebogen messen.
Controleer altijd of de nylon draadkop of het mes correct
gemonteerd is en of de schroef van het mes goed
aangedraaid is.
LUCHTFILTER Afb. 18 - 24 - 25
- Controleer regelmatig het luchtfilter. De regelmaat
is afhankelijk van de werkomstandigheden
- Verwijder de deksel (B)
- Verwijder het filter (C)
- Reinig het filter (C) met een mengsel van benzine / olie
en wring het uit
- Breng olie op het filter aan (C)
- Controleer de onderdelen en vervang ze, indien
noodzakelijk. Voer de procedure in omgekeerde volgorde
uit om het filter te hermonteren.
LET OP: Voor optimale resultaten en een lange
levensduur raden we u aan om ACTIVE filterolie te
gebruiken.
BRANDSTOFFILTER Afb. 20
Verwijder de dop van de tank en verwijder het filter (2) met
behulp van een haak (3) of een tang om het filter te
vervangen of te reinigen.
Controleer regelmatig de omstandigheden van het filter.
Vervang het filter als deze overmatig vuil is.
Voer de eerder beschreven onderhoudswerkzaamheden uit.
Reinig de bosmaaier en smeer de metalen onderdelen in.
Leeg de brandstoftank en laat de motor draaien tot de
resterende brandstof opgebruikt is.
Sla de bosmaaier op in een droge ruimte.
Verwijder de bougie, giet een beetje olie in de cilinder en
laat de motoras een aantal slagen draaien door middel
van de opstart voor het verspreiden van olie. hermonteer
vervolgens de bougie.
ET OP: Het snijmiddel mag niet draaien als de motor 2000
~ 3000 toeren maakt. Draai de schroef (H) linksom als
het minimum te hoog is.
Afb. 3
8. REGELMATIG ONDERHOUD
MOTOR
Verwijder met behulp van een kwastje of perslucht vuil en
stof regelmatig uit de openingen, de cilinderkap en de
cilinderribben om oververhitting van de motor te voorkomen.
BOUGIE Afb. 21
Demonteer en reinig regelmatig (elke 50 uur) de bougie.
Stel in dit geval de afstand tussen de elektroden (0.5 -
0.6) af.
Vervang de bougie als deze aangetast of versleten is. De
bougie moet elke 100 uur vervangen worden. Controleer
de afstelling van de carburator als de bougie erg aangetast
is en het percentage van 4% (1:25) van het oliemengsel.
Controleer de kwaliteit van de olie en of de olie geschikt
is voor tweetaktmotoren.
Bijgesloten bougies: ACTIVE AX80
HAAKSE OVERBRENGING Afb. 22
Smeer de haakse overbrenging elke 50 uur met vet voor
hoge snelheid overbrengingen. Breng het vet aan door de
opening (A).
Aanbevolen vet ACTIVE Ref. 21230
SCHIJF
Controleer altijd de condities van het mes.
Vervang het mes als deze barsten of beschadigingen
vertoont.
9. OPSLAG
LET OP: De onderhoudswerkzaamheden die niet in deze
handleiding beschreven worden, moeten door een erkend
servicecentrum worden uitgevoerd.
NL
NEDERLANDS
59