Bedrading
Open de VLS 200 uitsluitend wanneer de voedingsspanning is
uitgeschakeld.
•
Alle veldbekabeling moet zijn voorzien van een isolatie geschikt voor tenminste
250 VAC.
•
Er moet een UIT-schakelaar worden gemonteerd in de buurt van de apparatuur en
binnen handbereik van de operator.
•
Gebruik de juiste doorvoer of kabelwartels in explosiegevaarlijke locaties. Niet
gebruikte kabeldoorvoeren moeten worden afgedicht met een afsluitelement of plug.
•
Houd u zich aan alle nationaal geldende regels en voorschriften.
Europese vereisten
•
Zorg ervoor, bij montage van de VLS 200 in explosiegevaarlijke gebieden, dat de
door de klant geleverde kabelwartels en/of pluggen zijn gecertificeerd conform
ATEX 100a flameproof. Het gecertificeerde temperatuurbereik moet tenminste -25
... 70°C (-13 tot 158°F) zijn. De minimale beschermingsklasse IP6x conform de
Europese norm EN 60529 moet worden gerealiseerd. Houd u zich aan de speciale
voorwaarden voor veilig gebruik van de kabelwartel zoals omschreven in de
certificaten van de kabelwartel.
•
De vereisten van de Europese norm EN 50281-1-2 aangaande stofafzettingen en
temperatuur moeten worden opgevolgd.
Aansluiting
7ML19981FT61
Pointek VLS 200 – GEBRUIKERSHANDLEIDING
NC
NO
1
2
3
4
5
alarmuitgangsrelais
AC:
Klem 1: L. Klem 2: N
19 ... 230 VAC, +10%, 50 ... 60 Hz, 8VA of
DC:
Klem 1: +. Klem 2: -
19 ... 55 VDC, +10%, 1,5W
FSH/FSL instelling
gevoeligheidsinstelling
(B=fabrieksinstelling,
A=verhoogde
gevoeligheid)
randaarde
Blz. 7