Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
7. Reiniging, onderhoud en
bestellen van wisselstukken
Gevaar!
Trek vóór alle reinigingswerkzaamheden de veilig-
heidsstekker (afbeelding 12) uit.
7.1 Reiniging
•
Hou de veiligheidsinrichtingen, de ventila-
tiespleten en het motorhuis zo veel mogelijk
vrij van stof en vuil. Wrijf het toestel met een
schone doek af of blaas het met perslucht bij
lage druk schoon.
•
Het is aan te bevelen het toestel direct na elk
gebruik te reinigen.
•
Reinig het toestel regelmatig met een vochti-
ge doek en wat zachte zeep. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen; die zouden de
kunststofcomponenten van het toestel kun-
nen aantasten. Let er goed op dat geen water
in het toestel terechtkomt. Door binnendrin-
gen van water in een elektrische apparatuur
verhoogt het risico van een elektrische schok.
7.2 Onderhoud
•
De grasmaaier mag niet met stromend water,
vooral niet onder hoge druk, worden schoon-
gemaakt. Zorg ervoor dat alle bevestigings-
elementen (schroeven, moeren enz.) steeds
goed zijn vastgedraaid, zodat u veilig met de
maaier kunt werken.
•
Controleer de grasopvanginrichting regelma-
tig op sporen van slijtage.
•
Vervang versleten of beschadigde delen.
•
Berg uw grasmaaier op in een droge ruimte.
•
Voor een lange levensduur moeten alle
schroefdelen en de wielen en assen schoon-
gemaakt en vervolgens met olie gesmeerd
worden.
•
Door de grasmaaier regelmatig te onder-
houden zal hij niet alleen lange tijd mee-gaan
en goed werken, maar zal hij u ook in staat
stellen uw gazon zorgvuldig en eenvoudig te
maaien. Maak de grasmaaier indien mogelijk
schoon met een borstel of doek. Gebruik
geen oplosmiddelen of water om het vuil te
elimineren.
•
De het meest aan slijtage onderhevige on-
derdelen zijn de messen van de maaispindel.
Controleer regelmatig de toestand van de
messen van de maaispin-del en de bevesti-
ging daarvan.
•
Mochten de messen van de maaispindel, bij
goed onderhoud pas na jaren, bot zijn en de
Anl_GE_HM_18_38_Li_SPK2.indb 52
NL
maaispindel moet worden vervangen, gelieve
u dan te wenden tot onze klan-tendienst.
•
Binnenin het apparaat zijn er geen andere te
onderhouden onderdelen.
7.3 Vaste mes instellen (afb. 14)
Waarschuwing! Werkhandschoenen dragen.
Aanwijzing:
Het vaste mes (L) is in de fabriek ingesteld. Na
langer gebruik kan een bijstellen vereist zijn. Stel
alleen bij wanneer:
•
het snijbeeld grof en ongelijkmatig is, gras-
halmen niet worden gesneden (afstand vaste
mes tot maaispindel te groot)
•
het apparaat slechts moeilijk of helemaal niet
kan worden verschoven
•
de maaispindel veel geluid maakt of niet
draait, omdat het tegen vaste mes aan-schu-
urt of zich vasthaakt
Instellen:
•
Draaien van de binnenzeskantschroef (M)
met de klok mee = afstand vaste mes –
maaispindel wordt verkleind
•
Draaien van de binnenzeskantschroef (M)
tegen de klok in = afstand vaste mes –
maaispindel wordt vergroot
1. Draai de beide binnenzeskantschroeven (M)
tegen de klok in open.
2. Draai één wiel naar voor, waardoor de
maaispindel zich draait. Draai gelijktijdig één
van de beide binnenzeskantschroeven (M) zo
ver dicht, dat de maaispindel het vaste mes
nauwelijks hoorbaar raakt.
3. Draai de binnenzeskantschroef (M) weer zo
ver terug, dat de maaispindel nog net vrij
draait.
4. Herhaal punt 2. en 3. met de tweede binnen-
zeskantschroef (M).
Belangrijk!
Stel de binnenzeskantschroef (M) aan beide
kanten van het apparaat gelijkmatig in, zo-dat
de maaispindel (14) nog net vrij draait. Het vaste
mes (L) is juist ingesteld als een stuk papier tus-
sen de messen van de maaispindel (14) en het
vaste mes over de hele lengte wordt gesneden,
terwijl men met de hand een wiel moeiteloos naar
voor draait.
Aan het einde van het seizoen voert u een alge-
mene controle van de grasmaaier uit en verwij-
dert u alle achtergebleven resten. Telkens vóór
- 52 -
24.09.2020 15:29:01
Publicidad
