Optionele Accessoires; Harpsluitingen; Oriënteerbare Haken; Installatie, Gebruik En Demontage - Tractel dynafor LLZ2 Serie Manual De Empleo Y De Mantenimiento

5�2� Optionele accessoires
5�2�1� Harpsluitingen
Voor de montage van de dynafor™ LLX2 in een tractielijn kunnen alle harpsluitingen die voldoen aan de van
toepassing zijnde reglementeringen gebruikt worden, voor zover zij conform zijn aan de maximale capaciteit van
de dynafor™ LLX2.
Zie afbeelding 4
CMU CMU
Harpsluiting
LLZ2
1 t en 3.2 t 3.25 t
6.3 t 6.5 t
12.5 t 13.5 t
20 t 25 t
5�2�2� Oriënteerbare haken
De dynafor™ LLZ2 kan uitgerust worden met oriënteerbare haken die het aanhangen van ladingen vereenvoudigt.
Zie afbeelding 5
Type
LLZ2
1 t en 3.2 t
A
6.3 t
B
12.5 t
C
20 t
C
6� INSTALLATIE, GEBRUIK EN DEMONTAGE
"GEVAAR" : De gebruiker zorgt ervoor dat de installatie van het product door een technicus wordt uitgevoerd.
De gebruiker verzekert zich ervan dat de bediener kennis heeft genomen van deze handleiding
en onderhoudshandleiding voordat deze het toestel gebruikt.
6�1� Installatie
Bij de installatie is het verplicht:
a) te controleren of het of de bevestigingspunten van de werklijn voldoende stevig zijn in functie van de kracht
die toegepast gaat worden.
b) de compatibiliteit van de bevestigingsaccessoires van de twee uiteinden van de dynamometer te controleren
evenals hun conformiteit met de van toepassing zijnde reglementering.
c) de harpsluitingen op de juiste manier vergrendelen, door stevig hun pin aan te draaien en u ervan te
verzekeren dat de veiligheidspallen van de haken zich in goede staat bevinden en op de juiste manier werken.
d) de uitlijning van de sonde in de krachtlijn te respecteren.
6�2� Gebruik
Gebruik de dynafor™ LLX2 uitsluitend in tractie.
Het toestel kan in alle posities worden gebruikt, inclusief horizontaal.
De dynafor™ LLZ2 werkt op de juiste manier in een temperatuurbereik van -20°C tot +50°C. Men dient een
thermische beveiliging voor het toestel te gebruiken als de temperatuur hoger is.
Zie afbeelding 6
6�3� Demontage
Bij demontage van het toestel dient men voorafgaandelijk te controleren of alle tractiekrachten opgeheven zijn.
A B
mm mm
42 16
58 22
89 35
110 50
A B C
26 33 185
33 48 277�5
60 70 320�5
72 86 387
C D
mm mm
60 20
84 25
132 38
178 50
D E F
20 32 49
25 50 74
41 58 80
50 76 104
E
mm
27
37
57
73
G H I
118 43 23
166 70 35
213 85 42�5
270 110 55
kg
0�6
1�4
4�4
14
kg
3�2
9�6
NL
17�4
31�5
31