Informatie over het apparaat
Beschrijving van het apparaat
Via het condensatieprincipe zorgt het apparaat voor
het automatisch ontvochtigen van ruimten.
De ventilator zuigt de vochtige ruimtelucht aan via
luchtinlaat (2) door het luchtfilter (7), de verdamper en
de daar achter liggende condensor. Op de koude
verdamper wordt de ruimtelucht tot onder het
dauwpunt afgekoeld. De in de lucht opgenomen
waterdamp slaat als condens, resp. rijp neer op de
verdamperlamellen. Bij de condensor wordt de
ontvochtigde, afgekoelde lucht weer verwarmd en
met een temperatuur die ca. 5 °C hoger is dan de
ruimtetemperatuur weer uitgeblazen. De zo bereide,
droge lucht wordt weer gemengd met de ruimtelucht.
Door de doorlopende circulatie van de ruimtelucht
door het apparaat wordt de luchtvochtigheid in de
opstelruimte
verminderd.
luchttemperatuur en de relatieve luchtvochtigheid,
druppelt het gecondenseerde water doorlopend of
alleen
tijdens
de
condensopvangbak en via de hierin geïntegreerde
afvoeraansluiting in het daaronder geplaatste
condensreservoir (3). Deze is uitgerust met een vlotter
voor het meten van het vulpeil. Het apparaat is
voorzien van een bedieningspaneel (1) voor de
bediening en controle van de werking. Wordt het
maximale vulpeil van het condensreservoir (3) bereikt,
knippert het controlelampje van het condensreservoir
(zie hoofdstuk "Bedieningselementen") op het
bedieningspaneel (1) rood. Het apparaat schakelt uit.
Het controlelampje van het condensreservoir gaat pas
weer uit bij het terugplaatsen van het lege
condensreservoir (3). Optioneel kan het condenswater
via een slang aan de condensaansluiting (6) worden
afgevoerd. Het apparaat maakt het verlagen van de
relatieve luchtvochtigheid tot 40 % mogelijk. Het
apparaat kan worden gebruikt als hulpmiddel bij het
drogen van nat wasgoed of kleding in woon- of
werkruimten. Door de warmte die ontstaat tijdens het
gebruik, kan de ruimtetemperatuur ca. 1-4 °C stijgen.
NL
Afhankelijk
van
ontdooifasen
in
Bedieningshandleiding – Luchtontvochtiger MD 01-10
Overzicht van het apparaat
1
2
3
4
5
de
6
de
7
Nr.
Bedieningselement
1
Bedieningspaneel
2
Luchtinlaat
3
Condensreservoir
4
Handgreep
5
Luchtuitlaat
6
Condensaansluiting
7
Luchtfilter
E - 2