NL
Gebruik van uw babyfoon
1.
Overtuig u ervan dat beide toestellen zijn ingeschakeld en hetzelfde kanaal is
gekozen.
2.
Stel de aanspreekgevoeligheid van de microfoon op het babytoestel in op het door u
gewenste niveau. In het begin is het aan te bevelen om het toestel in de middelste
stand te zetten, die individueel kan worden bijgesteld.
3.
Stel het volume op het oudertoestel in zoals u wenst. Wanneer het babytoestel door
een geluid in de kinderkamer wordt geactiveerd, dan start automatisch het zenden en
het controlelampje van het oudertoestel wordt tijdens het ontvangen rood in plaats
van groen.
Verklaring van de functies
Digitale piloottoon / Voorkomen van storingen
Het babytoestel zendt behalve geluid bovendien een niet hoorbare signaaltoon. De
oudereenheid begint alleen met ontvangen, wanneer deze signaaltoon wordt ontvangen.
Daardoor is de ontvangst van vreemde draadloze babysitters nagenoeg uitgesloten. Toch
kunnen in zeldzame gevallen storingen optreden door andere draadloze toepassingen in
de buurt. Bij het optreden van dergelijke storingen of bij slechte ontvangst schakelt u
beide toestellen over op het andere kanaal
250 m bereik
U realiseert in de open lucht onder ideale omstandigheden met uw babyfoon een bereik
van ca. 250 meter. Barrières zoals wanden, vloeren of grote voorwerpen hebben een
nadelige invloed op het bereik. Hoe meer barrières zich tussen baby- en oudertoestel
bevinden, des te geringer wordt het bereik.
Gebruik van batterijen of oplaadbare batterijen
Oudertoestel
1.
Verwijder de riemclip van het toestel door de clip naar onderen te schuiven.
2.
Open het batterijvak door de schroef op het batterijvakdeksel los te draaien.
3.
Plaats vier 1,5V AAA batterijen in het batterijvak en let daarbij op de juiste polariteit.
U kunt gebruiken:
a. Niet oplaadbare 1,5V AAA batterijen
b. Gebruikelijke mini-penlights (AAA)
c. Babyfoon accupack EAB 4 (als speciaal toebehoren verkrijgbaar bij speciaalzaken)
36
NL
4.
Bij de gebruikelijke 1,5V mini-penlights (AAA) moeten deze voor het opladen uit het
batterijvak worden verwijderd en door een gebruikelijke batterijlader weer worden
opgeladen.
5.
Bij gebruikmaking van de Babyfon accupack EAB 4 kan deze met behulp van het in
het oudertoestel geïntegreerde laadfunctie worden opgeladen. Let er bij het plaatsen
van de accupack op dat de polariteit klopt en laadcontact in het batterijvak is
gemaakt (zie B20 op het oudertoestel).
6.
Schuif het batterijvakdeksel weer op het batterijvak en draai de schroef weer vast.
Het batterijvak is beveiligd tegen onopzettelijk openen.
7.
Bevestig de riemclip weer aan het toestel door deze te plaatsen en omhoog te
schuiven.
8.
De oplaadtijd bedraagt ca. 15 uur.
Babytoestel
Ga te werk zoals bij het oudertoestel. Bij het babytoestel is echter het gebruik en het
opladen van Babyfon accupacks niet mogelijk.
Batterijalarm
Een signaaltoon en een knipperend controlelampje waarschuwen u, zodra de (oplaadbare)
batterijen of batterijen in het oudertoestel leeg zijn. U moet dan nieuwe batterijen plaat-
sen of de oplaadbare batterijen weer opladen.
Verwijdering van de batterijen / oplaadbare batterijen
Verwijder de batterijen of oplaadbare batterijen op milieuvriendelijke wijze. (Oplaadbare)
batterijen behoren niet bij het huisvuil te worden gedaan. Gebruik geen oude en nieuwe
batterijen of verschillende types batterijen tegelijkertijd. Verwijder de batterijen uit het
toestel, als ze langere tijd niet worden gebruikt.
Technische specificatie
Aantal kanalen:
Frequentie
Stroomvoorziening:
speciaalzaken) of 4 mini-penlights (AAA)
Zendvermogen:
Bedrijfstemperatuur
Technische wijzigingen voorbehouden!
Babyfon® is een gedeponeerd handelsmerk van Vivanco AG, Ahrensburg
2
40,66 – 40,70 MHz
Zender:
Netadapter, 9 volt / 200 mA
of 4 mini-penlights (AAA)
(Batterijen zijn niet bijgeleverd)
Ontvanger:
Netadapter 9 volt/ 200mA
of accu-pack (accu-pack EAB 4 als
speciaal toebehoren verkrijgbaar bij
max. 10 mW
10 tot 40°
37