Geluid en vibratie
De geluids- en vibratiewaarden werden bepaald
volgens EN 61029.
Geluidsdrukniveau L
pA
Onzekerheid K
........................................... 3 dB
pA
Geluidsvermogen L
WA
Onzekerheid K
.......................................... 3 dB
WA
Draag een gehoorbeschermer.
Lawaai kan aanleiding geven tot gehoorverlies.
Beperk de geluidsontwikkeling en vibratie tot
een minimum!
•
Gebruik enkel intacte toestellen.
•
Onderhoud en reinig het toestel regelmatig.
•
Pas uw manier van werken aan het toestel
aan.
•
Overbelast het toestel niet.
•
Laat het toestel indien nodig nazien.
•
Schakel het toestel uit als het niet wordt ge-
bruikt.
Restrisico's
Er blijven altijd restrisico's over ook al wordt
dit elektrisch gereedschap naar behoren be-
diend. Volgende gevaren kunnen zich voordo-
en in verband met de bouwwijze en uitvoe-
ring van dit elektrisch gereedschap:
1. Longletsels indien geen gepaste stofmasker
wordt gedragen.
2. Gehoorschade indien geen gepaste gehoor-
beschermer wordt gedragen.
5. Vóór inbedrijfstelling
De machine moet worden opgesteld zodat ze
veilig staat, dwz. ze moet op een werkbank of een
vast onderstel worden vastgeschroefd. Te dien
einde is het voetstuk van de zaagmachine voorzi-
en van boorgaten.
•
Let erop dat de zaagtafel correct gemonteerd
is.
•
Vóór inbedrijfstelling moeten alle afdekkingen
en veiligheidsinrichtingen naar behoren zijn
gemonteerd.
•
Het lintzaagblad moet vrij kunnen draaien.
•
Bij reeds bewerkt hout op vreemde voorwer-
pen letten zoals b.v. nagels of schroeven etc.
•
Voordat u de aan-/uitschakelaar indrukt dient
u zich ervan te vergewissen dat het lintzaag-
blad correct is gemonteerd en bewegelijke
onderdelen gemakkelijk bewegen.
Anl_TH_SB_200_SPK2.indb 48
Anl_TH_SB_200_SPK2.indb 48
....................... 82,3 dB (A)
........................ 92,8 dB (A)
NL
•
Controleer of de gegevens vermeld op het
kenplaatje overeenkomen met de gegevens
van het stroomnet alvorens de machine aan
te sluiten.
6. Montage
LET OP !
Trek vóór alle onderhouds-, afstel- en montage-
werkzaamheden van de lintzaagmachine telkens
de netstekker uit het stopcontact.
6.1. Zaagtafel monteren (fi g. 3-5)
•
Verbindingsplaat (4) verwijderen.
•
Zaagtafel van achteren op het huis van de
machine plaatsen en bevestigen d.m.v. de
drie bevestigingsschroeven (27), sluitringen
(43) en moeren (44). Zorg ervoor dat de
zaagband (26) zich exact in het midden van
de zaagtafel bevindt!
•
Verbindingsplaat (4) terug aanbrengen.
•
Kunststoftafelinzetstuk (17) van boven de
tafel in zetten zodat een doorgaande sleuf
ontstaat.
•
De demontage gebeurt in omgekeerde
volgorde.
6.2. Lintzaagblad spannen (fi g. 1)
•
LET OP ! Bij een vrij lange stilstand van de
zaagmachine moet het lintzaagblad worden
ontspannen, dwz. voordat u de zaagmachine
aanzet, moet u de spanning van het lintzaag-
blad controleren.
•
Spanschroef (9) voor het spannen van het
lintzaagblad (26) met de wijzers van de klok
mee draaien.
•
De juiste spanning van het lintzaagblad kan
worden vastgesteld door met de vinger zijde-
lings tegen het lintzaagblad ongeveer in het
midden tussen de beide lintzaagbladrollen (7
+ 8) te duwen. Daarbij mag het lintzaagblad
(27) slechts minimaal (met ca. 1 à 2 mm)
meegeven.
•
Het voldoende gespannen zaagband heeft
een metallische klank als men er tegen tikt.
•
Ontspan de zaagband als u de zaag voor een
tijdje niet gebruikt om te voorkomen dat de
zaagband wordt uitgerekt.
•
LET OP ! Bij een te hoge spanning kan het
lintzaagblad breken. BLESSURERISICO! Bij
een te geringe spanning kan de aangedreven
lintzaagbladrol (7) doordraaien waardoor het
lintzaagblad blijft stilstaan.
- 48 -
10.03.14 15:30
10.03.14 15:30