3 Montage
Om tussen de instellingen F1 tot F9 te wisselen, de toets
Temperatuur + respectievelijk temperatuur – op het
bedieningspaneel indrukken. Aansluitend de gewenste
instelling door indrukken van de toets Timer op het
bedieningspaneel activeren.
Om de waarde van de geselecteerde instelling te
veranderen, de toets ventilator + respectievelijk ventilator –
op het bedieningspaneel indrukken.
3.5.1 Instelling van de uitschakelgrens bij accu-
onderspanning (F1)
In deze instelling wordt de spanningswaarde ingesteld,
waarbij de standairco automatisch uitschakelt, zodra de
waarde wordt onderschreden.
•
Instelbereik: 20,1 tot 25,0 V.
•
Fabrieksinstelling: 23,5 V.
1. Instelling F1 oproepen.
2. Om de waarde te veranderen, de toets
ventilator + respectievelijk ventilator – op het
bedieningspaneel indrukken.
3. Gewenste waarde door indrukken van de toets
Timer op het bedieningspaneel bevestigen.
VOORZICHTIG
Als de standairco op basis van de accu-
onderspanning wordt uitgeschakeld, moet de
accu zo snel mogelijk weer worden
opgeladen. Wordt de accu verder ontladen
kan het gebeuren dat de accuspanning niet
meer voldoende zal zijn om de motor te
kunnen starten.
52
3.5.2 Instelling van de inschakelgrens bij accu-
onderspanning (F2)
In deze instelling wordt de spanningswaarde ingesteld,
waarbij de standairco weer kan worden ingeschakeld (nadat
een automatische uitschakeling vanwege accu-
onderspanning heeft plaatsgevonden).
•
De inschakelspanning moet minstens 1,5 V
boven de uitschakelspanning liggen.
•
Instelbereik: 21,6 tot 26,5 V.
•
Fabrieksinstelling: 25 V.
1. Instelling F2 oproepen.
2. Om de waarde te veranderen, de toets
ventilator + respectievelijk ventilator – op het
bedieningspaneel indrukken.
3. Gewenste waarde door indrukken van de toets
Timer op het bedieningspaneel bevestigen.
3.5.3 Instelling van de minimale helderheid van
het display (F3)
De helderheid van het display wordt automatisch op de
omgevingshelderheid aangepast. De minimale helderheid
van het display kan worden ingesteld.
•
Instelbereik: zes standen echter niet groter dan
de maximale helderheid (F4).
•
Fabrieksinstelling: Stand 2.
1. Instelling F3 oproepen.
2. Om de waarde te veranderen, de toets
ventilator + respectievelijk ventilator – op het
bedieningspaneel indrukken.
3. Gewenste waarde door indrukken van de toets
Timer op het bedieningspaneel bevestigen.
3.5.4 Instelling van de maximale helderheid van
het display (F4)
De helderheid van het display wordt automatisch op de
omgevingshelderheid aangepast. De maximale helderheid
van het display kan worden ingesteld.
•
Instelbereik: zes standen, echter niet kleiner dan
de minimale helderheid (F3).
•
Fabrieksinstelling: Stand 6.
Cool Top Vario 10 E