Johnson Controls RS-1100 Instrucciones De Instalación página 13

Nederlands
LEES DIT INSTRUCTIEBLAD EN DE
VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN ZORGVULDIG VOORDAT DE
INSTALLATIE WORDT UITGEVOERD, EN BEWAAR DIT MATERIAAL
ZODAT U HET IN DE TOEKOMST OOK NOG KUNT RAADPLEGEN
Algemene functies
De RS-1100 Ruimteregelmodule is ontworpen voor gebruik met regelaars uit de
Facility Explorer-serie FX03 of System 91-serie.
Via het LCD-display, een instelknop en een aan/uit-knop aan de voorkant van
de module kan de gebruiker de temperatuurinstelling van de regelaar
weergeven en aanpassen, en de werking van de automatische
ventilatorbesturing handmatig wijzigen.
Hiermee kan de gebruiker een verzoek om Tijdelijk bezet aan de regelaar
doorgeven door aan de temperatuurinstelknop te draaien.
De RS-1100 biedt temperatuuruitvoer van 0...10 VDC en een instelpuntsignaal van
0...10 VDC voor de regelaar.
De ruimteregelmodule vereist voeding van 15....24 VAC / VDC door een
externe transformator.
Gereedschap
• Platte schroevendraaiers (3 mm en 5 mm)
• Boor, bits en geschikte 4-mm-schroeven en pluggen.
• Spits gereedschap (beschikbaar via Johnson Controls, bestelcode TM-9100-
8900)
Afmetingen
Figuur 1: RS-1140-0000
Figuur 2: RS-1150-0000
(a).
Modus-LED
(b).
Comfort/Stand-byknop
Figuur 3: RS-1160-0000 / RS-1160-0005
(a).
Modus-LED
(b).
Comfort/Stand-byknop
Figuur 4: RS-1180-0000 / RS-1180-0005
(a).
LCD-display met achtergrondverlichting
(b).
Temperatuurinstelknop
Figuur 5: RS-1180-0002 / RS-1180-0007
(a).
LCD-display met achtergrondverlichting
(b).
Temperatuurinstelknop
(c).
Ventilatorsnelheidswijziging
Figuur 6: RS-1190-0000 / RS-1190-0005
Montage
De RS-1100 ruimteregelmodule is bedoeld voor wandmontage in de ruimte die
moet worden geregeld. Het apparaat moet worden gemonteerd op een plek
waar de gebruiker de instelknop gemakkelijk kan aflezen en de regelingen
gemakkelijk kan bedienen. Als de ingebouwde RTD Platinum-
temperatuursensor wordt gebruikt voor het meten van ruimtetemperatuur, moet
de module worden aangebracht op een plek waar de temperatuur
representatief is voor de algemene ruimteomstandigheden.
Koude of warme luchtstromingen, stralingswarmte en direct zonlicht moeten
worden vermeden.
Plaats isolatiemateriaal in de elektriciteitsbuizen om te voorkomen dat er lucht
van buiten de ruimte binnenkomt.
Figuur 7: De afdekking van de grondplaat verwijderen
• Verwijder de grondplaat van de module van de afdekking door een spits
gereedschap in het kleine gat midden op de afdekking te steken.
• Terwijl u voorzichtig omlaag drukt, wrikt u de grondplaat los van de afdekking.
Wanneer de twee delen gescheiden zijn, verwijdert u het gereedschap en
neemt u de afdekking volledig weg van de grondplaat.
Figuur 8: Afmetingen van wandmontageplaat in mm
Monteer de grondplaat op de muur om de elektriciteitsuitgang af te dekken en
bevestig deze met ten minste twee schroeven.
Bedrading
De installatie van de elektrische bedrading moet conform zijn aan plaatselijke,
landelijke en regionale voorschriften en mag uitsluitend worden uitgevoerd door
geautoriseerd personeel. Gebruikers dienen ervoor te zorgen dat alle Johnson
Controls-producten veilig en zonder risico voor gezondheid of eigendommen
worden gebruikt.
WAARSCHUWING: Gebruik deze RS-1100 ruimteregelmodule
alleen voor bediening. Waar storing of defecten van de zender tot
persoonlijk letsel of schade aan de bestuurde apparatuur of
ander eigendom zou kunnen leiden, moeten er aanvullende
voorzorgsmaatregelen in het regelsysteem worden geïntegreerd.
Integreer en onderhoud andere apparaten zoals toezichts- of
alarmsystemen of veiligheids- of begrenzingsregelingen die
bedoeld zijn ter alarmering bij of bescherming tegen storing of
defecten van de RS-1100 ruimteregelmodule.
Dit document kan zonder kennisgeving worden gewijzigd
• Voordat u draden aansluit of loskoppelt dient u ervoor te zorgen dat alle
stroombronnen zijn uitgeschakeld en dat alle kabels potentiaalvrij zijn om
schade aan apparatuur te voorkomen en elektrische schokken te vermijden.
Bedradingsschema's
Figuur 9: RS-1140-0000 System 91
Figuur 10: RS-1140-0000 FX-serie
Figuur 11: RS-1140-0000 FX03
Figuur 12: RS-1150-0000 System 91
Figuur 13: RS-1150-0000 FX-serie
Figuur 14: RS-1150-0000 FX03
Figuur 15: RS-1160-0000 / 0005 System 91
Figuur 16: RS-1160-0000 / 0005 FX-serie
Figuur 17: RS-1160-0000 / 0005 FX03
Figuur 18: RS-1180-0000 / 0005 System 91
Figuur 19: RS-1180-0000 / 0005 FX-serie
Figuur 20: RS-1180-0000 / 0005 FX03
Figuur 21: RS-1180-0002 / 0007 System 91
Figuur 22: RS-1180-0002 / 0007 FX-serie
Figuur 23: RS-1180-0002 / 0007 FX03
Figuur 24: RS-1190-0000 / 0005 System 91
Figuur 25: RS-1190-0000 / 0005 FX-serie
Figuur 26: RS-1190-0000 / 0005 FX03
• Aansluitingen worden gemaakt in het aansluitblok in de grondplaat van de
module, die toegankelijk is nadat de afdekking van de grondplaat is verwij-
derd.
• In de schroefstroken passen draden met een dikte tot 1,5 mm
• Houd laagspanningsbedrading gescheiden van de stroomdraden van het lich-
tnet.
• Leg bedrading niet te dicht bij transformatoren of apparatuur die hoge fre-
quenties opwekt.
• Voltooi en controleer alle bedrading voordat de spanning wordt aangesloten
op het systeem.
Risico op Elektrische schokken en schade aan eigendommen.
Ontkoppel of isoleer alle stroombronnen voordat u elektrische
aansluitingen tot stand brengt. Er kan meer dan één ontkoppeling
of isolering nodig zijn om de apparatuur volledig energievrij te
maken. Contact met onderdelen waar gevaarlijk hoge spanning
op staat kan elektrische schokken tot gevolg hebben en kan
leiden tot ernstig persoonlijk letsel of overlijden.
WAARSCHUWING: De ingebouwde CMOS-circuits van de
controller zijn gevoelig voor statische elektriciteit. Neem afdoende
voorzorgsmaatregelen.
IS_RS-1100_24-85638-1222 Rev. D
2
(14 AWG).