Uw magnetronoven controleren
Verwijder alle verpakkingsmaterialen. Controleer de magnetronoven op
beschadigingen zoals deuken, beschadiging van de deurafsluiting of
scheuren in de deur. Waarschuw onmiddelijk uw leverancier wanneer
schade wordt geconstateerd. Gebruik de apparaat niet als de beschadigd
is.
Aansluiting op een geaard stopcontact
BELANGRIJK: VOOR PERSOONLIJKE VEILIGHEID DIENT DIT
APPARAAT OP EEN GEAARD STOPCONTACT AANGESLOTEN TE
WORDEN.
De aansluiten van dit apparaat op een niet geaarde wandcontactdoos is
voor de persoonlijke verantwoordelijkheid van de gebruiker.
Voltage
De netspanning zoals vermeld op deze magnetronoven dient overeen te
komen met de netspanning op uw stopcontact. Gebruik geen andere
netspanning om brand en/of andere schade te voorkomen.
De plaatsen van de magnetronoven
1. De magnetronoven moet op een vlakke, stevige ondergrond geplaatst
worden ten minste 85 cm boven de grond.
2. Indien de magnetron wordt ingebouwd, let er dan op dat de stekker uit
de stopcontact gehaald kan worden of op een andere wijze de
stroomvoorziening onderbroken kan worden.
3. De magnetronoven kan alleen op de juiste wijze functioneren indien er
voldoende ventilatie aanwezig is.
Plaatsing op een meubel:
a. Boven de magnetronoven moet een ruimte vrij gelaten worden van
15 cm, aan de achterzijde 10 cm, aan de zijkant 5 cm en aan de
andere zijkant een ruimte van meer dan 40 cm.
b. Als een van de kanten tegen de muur staat, moet de andere kant
en de bovenkant vrij zijn.
5 cm
Plaatsing op een meubel
Installatie en aansluiting
15 cm
10 cm
Vrije
ruimte
Inbouwen
U kunt deze oven inbouwen met behulp van de juiste inbouwset: wit
NN-TKA70WBBP, zilver NN-TKA70MBBP. Deze sets zijn verkrijgbaar bij
uw lokale Panasonic dealer.
4. Plaats de magnetronoven niet naast andere elektrische apparatuur
of naast een gasfornuis.
5. Verwijder de voetsteunen van de magnetronoven niet.
6. Deze oven is uitsluitend bestemd voor consument gebruik.
Gebruik deze oven uitsluitend in huis.
7. Wij raden de af deze magnetronoven in een vochtige omgeving te
plaatsen.
8. Zorg ervoor dat de snoer nooit de buitenkant van de oven raakt. Hou
de snoer uit de buurt van warme of hete oppervlaktes. Laat de snoer
nooit over de rand van een tafel of werkoppervlak hangen. Laat de
snoer of de stekker of de oven nooit in de water hangen.
9. De ventilatie-openingen van de magnetron, aan de achter- en
bovenkant, moeten vrij blijven en mogen niet geblokkeerd worden.
Indien deze openingen geblokkeerd zijn terwijl de magnetronoven in
werking is, kan de oven oververhit raken. Een thermische veiligheids-
schakelaar zal de magnetronoven buiten werking stellen en de oven
weer inschakelen zodra deze afgekoeld is.
WAARSCHUWING
1. De deurafdichtingen en de plaatsen hieromheen moeten altijd
schoon zijn. Voordat de apparaat in werking wordt gesteld, dient de
apparaat nagekeken te worden op beschadigingen bij
deurafdichtingen en de plaatsen hieromheen. Mochten zich hier toch
beschadigingen voordoen, dan mag de apparaat pas in gebruik
worden genomen nadat de magnetronoven is gerepareerd of
nagekeken door een erkend hersteller.
2. Tracht niet om zelf reparaties of wijzigingen aan de deur, de bedie-
ningspaneel, de veiligheids- of vergrendelingsschakelaars of welk
ander deel dan ook, uit te voeren. Verwijder de mantel van de
magnetronoven niet, deze functioneert ook als een beveiliging tegen
de blootstellen aan magnetronstraling. Reparaties mogen alleen door
gekwalificeerd servicepersoneel uitgevoerd worden.
3. Gebruik de apparaat niet als de NETSNOER en/of de STEKKER
beschadigd zijn, als de apparaat niet goed functioneert of als de
apparaat beschadigd is of nadat men de apparaat heeft laten vallen.
Herstellingen mogen alleen door een erkend hersteller uitgevoerd
worden.
4. Indien de netsnoer defect is dan dient de altijd door een origineel
netsnoer vervangen te worden.
5. Kinderen, zonder toezicht, mogen alleen dan de magnetronoven
bedienen als specifieke instructies zijn gegeven, zodat de kind in
staat is de oven zelfstandig en veilig te bedienen en bewust is
gemaakt van de gevaren die ontstaan als gevolg van onjuist gebruik
van de magnetronoven.
NI-1