9 Als u nog meer functies wilt selecteren, herhaalt u de stappen 3 t/m 8.
0 De functiekeuze van het eind.
Houd de knoppen A [FILTER] en B [TEST] tegelijkertijd meer dan twee seconden lang ingedrukt.
Na een tijdje verdwijnt het display voor de functiekeuze en in de afstandsbediening keren de aanduidingen voor een uitgeschakelde afstandsbediening terug.
* Let erop dat u, na het instellen van de functies, de airconditioner minimaal 30 seconden lang niet bediend met de afstandsbediening.
Opmerking:
Als de functie-instellingen van een binnenapparaat na installatie worden gewijzigd, dient u de instelwaarde met een
veld van Tabel 1 en Tabel 2 aan te geven.
<Draadloze afstandsbediening>
CHECK
ON/OFF
E
MODE
CHECK
F
TEST RUN
SET
1
CHECK
3
CHECK
10. Elektrische bedrading
Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de elektri-
sche bedrading
Waarschuwing:
Werkzaamheden aan elektrische installaties dienen te worden uitgevoerd door
erkende elektrotechnici in overeenstemming met de geldende voorschriften
en meegeleverde installatiehandleidingen. Gebruik uitsluitend geschikte
materialen. Voedingscircuits die onvoldoende capaciteit hebben of gebre-
ken vertonen kunnen een elektrische schok of brand veroorzaken.
1. Haal de stroom van het speciale aftakkingscircuit.
2. Installeer een aardlekschakelaar op de voeding.
3. Installeer het apparaat zo dat geen van de bedieningskabels (afstandbediening,
transmissiekabels) in direct contact kan komen met de voedingskabel buiten
het apparaat.
4. Zorg dat alle draadaansluitingen stevig vastzitten.
5. Bepaalde kabels (voeding, afstandbediening, transmissiekabels) boven het
plafond kunnen door muizen worden aangevreten. Gebruik zo veel mogelijk
metalen geleidingsbuizen om de kabels te beschermen.
6. Sluit de voedingskabel nooit aan op aansluitingen van transmissiekabels. Hier-
door kunnen de kabels breken.
7. Sluit de bedieningskabels aan op het binnenapparaat, de afstandbediening en
het buitenapparaat.
TEMP
C,D
FAN
AUTO STOP
VANE
AUTO START
LOUVER
h
A
min
B
RESET
CLOCK
2
CHECK
4
CHECK
Het stroomvoltage wijzigen
Zorg ervoor dat u de instellling voor het stroomvoltage aanpast aan de stroom-
sterkte in uw omgeving.
1 Ga naar de functiekeuzemodus
Druk twee keer achter elkaar op de toets
(Voer deze handeling uit wanneer het display van de afstandsbediening is uitge-
schakeld.)
licht op en "00" knippert.
CHECK
Druk eenmaal op de toets temp
afstandsbediening op de ontvanger van het apparaat voor binnenshuis gebruik en
h
-toets A.
druk op de
2 Instellen van het apparaatnummer
- C - en
Druk op de toets temp
stellen op "00". Richt de draadloze afstandsbediening op de ontvanger van het ap-
paraat voor binnenshuis gebruik en druk op de
3 Selecteren van een modus
Voer 04 in om de voltage-instelling te veranderen met de
toetsen. Richt de draadloze afstandsbediening op de ontvanger van het apparaat
voor binnenshuis gebruik en druk op de
Huidige instellingsnummer:
4 Kiezen van het instellingsnummer
- C - en
- D -toetsen om de voltage-instelling op 02 te zetten
Gebruik de
(220 V, 230 V). Richt de draadloze afstandsbediening op de sensor van het appa-
raat voor binnenshuis gebruik en druk op de
5 Doorlopend selecteren van meervoudige functies
Herhaal de stappen 3 en 4 om instellingen voor meervoudige functies doorlo-
pend te veranderen.
6 Voltooien functiekeuze
Richt de draadloze afstandsbediening op de sensor van het apparaat voor bin-
nenshuis gebruik en druk op de
Opmerking:
Wanneer er functie-instellingen na constructie of onderhoud van het appa-
raat worden veranderd, dient u de toegevoegde functies met een " " op te
nemen in de "Check"-kolom op de tabel.
8. Aard het apparaat aan de zijde van het buitenapparaat.
9. Verbind de aansluitkast van de bedieningskabels van het buitenapparaat met
die van het binnenapparaat. (De kabels hebben polariteit, dus let erop dat u ze
aansluit volgens de aansluitingsnummers.)
10. Sluit de voedingskabels aan op de regelkast met een bufferbus voor trekkracht
(PG-aansluiting of soortgelijk). Sluit de bedieningskabels met een gewone bus
aan op het aansluitbed van de bedieningskabels via de doordrukopening van
de regelkast.
Bij het aansluiten van de A-regeling dient u erop te letten, dat er door het
elektrische ontwerp een hoge spanning op aansluitklem S3 staat, waarbij
geen isolatie aanwezig is tussen de voedingsspanning en de communicatie-
signaalleidingen. Schakel daarom bij onderhoudswerkzaamheden de
voedingsspanning uit. Raak bovendien nooit aansluitklemmen S1, S2 en S3
aan als de spanning is ingeschakeld. Indien u isolatie wilt aanbrengen, ge-
bruik dan een driepolige isolatie.
Voorzichtig:
Aard het apparaat aan de zijde van het buitenapparaat. Sluit de aardleiding
niet aan op een gas- of waterleiding, bliksemafleidingsinstallatie of telefoon-
kabel. Onvolledige aarding kan elektrische schokken tot gevolg hebben.
of een ander merkteken in het betreffende
CHECK
F.
C om "50" in te stellen. Richt de draadloze
- D -toetsen om het apparaatnummer in te
min
-toets B.
- C - en
h
-toets A.
1 = 1 pieptoon (een seconde)
2 = 2 pieptonen (ieder een seconde)
3 = 3 pieptonen (ieder een seconde)
h
-toets A.
-toets E.
105
D -