flitser of die van de camera geactiveerd! Licht-
zwakke zoomobjectieven, converters en filters
beperken de reikwijdte van de AF-meetflits
soms flink! Zie voor de instellingen op de ca-
mera de betreffende aanwijzingen in de ge-
bruiksaanwijzing van uw camera!
5.7 Automatische aanduiding van de
reikwijdte van de flits
Als de camera de gegevens van de lichtgevoelig-
heid ISO en de diafragmawaarde automatisch
naar de flitser overdraagt verschijnt, in de flits-
functies TTL, Manual M en MLo, in het LC-display
van de flitser een aanduiding van de reikwijdte
van de flits, c.q. van de aan te houden afstand tot
het onderwerp. De aanduiding van de reikwijdte
verschijnt daarbij pas, als er een uitwisseling van
gegevens tussen camera en flitser heeft plaatsge-
vonden. Tip daarvoor bij ingeschakelde camera
en flitser de ontspanknop van de camera even
aan.
Als uw type camera deze gegevens niet over-
draagt, verschijnt er geen aanduiding van reik-
wijdte of flitsafstand!
74
Voor een correcte aanduiding is het nodig,
op de flitser de reflectorstatus (werken met
groothoek- of televoorzetschijf c.q. zonder
voorzetschijf) met de hand op de overeen-
komstige camerawaarden af te stellen (zie
hoofdstuk 3). De aanduiding van de reik-
wijdte kan naar keuze in meter (m) of feet (ft)
plaatsvinden (zie paragraaf 6.2).
Aanduiding van de reikwijdte in de TTL-functie
In het LC-display van de flitser wordt de waarde
voor de maximale reikwijdte van het flitslicht aan-
gegeven. De aangegeven waarde heeft betrekking
op een reflectiegraad van 25 % van het onder-
werp, wat voor de meeste opnamesituaties correct
is. Sterke afwijkingen van de reflectie, bijv. een
zeer sterk of zeer zwak reflecterend onderwerp
kan de reikwijdte van de flits beïnvloeden.
Let bij het opnemen op de aanduiding van de
reikwijdte in het LC-display van de flitser. Het on-
derwerp zou zich in een bereik van ongeveer
40 % tot 70 % van de aangegeven waarde moe-
ten bevinden om de elektronica voldoende speel-
ruimte te geven. De minimum afstand tot het on-