10.3 Indirect flitsen met de hulpreflector
De hulpreflector wordt door de functies stroboscoop, instellicht ML en
remote niet ondersteund! De hulpreflector geeft geen licht af, als de
hoofdreflector in zijn normale stand staat of naar beneden gezwenkt
wordt.
10.4 Dichtbijopnamen / macro-opnamen
F 5.6
TTL
TILT
TILT 35
12 m
ISO 200
De minimale flitsafstand bedraagt ong. 10% van de in het LC-display
aangegeven reikwijdte. Let er ook op, dat bij dichtbijopnamen het flits-
licht niet door het objectief afgeschermd wordt!
Is de hoofdreflector naar beneden
gezwenkt dan wordt dat in het
display aangegeven met "TILT".
10.5 Met de hand in te stellen correcties op de flitsbelichting
Donker onderwerp tegen een lichte achtergrond:
Licht onderwerp tegen een donkere achtergrond:
Het met de hand corrigeren van de flitsbelichting kan bij de TTL-flitsfunc-
tie alleen dan plaatsvinden, als de camera die functie ook ondersteunt
(zie de gebruiksaanwijzing van uw camera)! Als de camera die functie
niet ondersteunt blijft de ingestelde correctiewaarde buiten werking. Bij
verschillende types camera, bijv. compactcamera's, moet een met de
hand in te stellen correctiewaarde op de flitsbelichting op de camera zelf
worden ingesteld. In het display van de flitser wordt dan geen correctie-
waarde aangegeven.