3. Controleer of het einde van de slang
dieper ligt dan het begin van de slang
bij de afvoeruitlaat. Het hoogteverschil
moet minstens 5% zijn (5 cm/meter).
4. Schuif de bovenste afdekplaat voor de
uitsparing. Draai hiertoe de schroef op
de afdekplaat los en schuif de
afdekplaat naar links.
5. Leid de afvoerslang weg naar een
afvoer of een geschikte container.
Elektrische aansluiting
Werkwijze
1. Controleer of de netspanning
overeenkomt met de
voedingsspanning in de technische
gegevens.
2. Bescherm de contactdoos en het
voedingsnet voldoende.
3. In vochtige ruimtes en/of op
bouwterreinen moet een
aardlekschakelaar worden
geïnstalleerd.
4. Controleer of de netstekker geschikt is
voor de contactdoos van het gebouw.
5. Controleer of de gebruikte contactdoos
geaard is.
6. Steek de netstekker in de contactdoos.
9
Bediening
Taal instellen
Werkwijze
1. Controleer of de luchtontvochtiger is
uitgeschakeld en de netstekker is
verwijderd.
2. Steek de netstekker in de contactdoos.
3. Houd de toets
ingedrukt.
4. De display toont de actuele taal.
5. Stel de gewenste taal in via de
pijltjestoetsen
6. Wacht 3 seconden tot de gekozen taal
niet meer knippert.
De taal kan tijdens de bediening niet
worden gewijzigd.
Ruimte ontvochtigen
OPMERKING: laat de luchtontvochtiger
vóór ingebruikname, na het transport en
na langere opslag ca. 15 minuten in zijn
definitieve positie rusten.
Werkwijze
1. Controleer of het condenswater via
een afvoerslang
of naar de emmer kan wegstromen.
2. Druk op de toets
Op de display knippert "Start". Het
apparaat treedt in werking. Zolang "Stop"
of "Start" knippert, is bediening niet
mogelijk.
3. Stel de gewenste vochtigheid in met
behulp van de pijltjestoetsen
De luchtontvochtiger start alleen als de
actuele luchtvochtigheid hoger is dan
de gewenste luchtvochtigheid.
5 seconden
.
.
.
123