Bediening
4.3.1 Kalibratie sensorcode
4.3.2 Matrixcorrectie via LINK2SC
102
De sensorcode is een kalibratiecode en wordt geleverd met het
sensorcartridge-certificaat. Het bevat de fabriekskalibratie als
beschreven in
paragraaf 3.12, pagina 9
Instrumenten met automatische sensorcodeherkenning
(LXG440.99.x000x) lezen deze automatisch en gaan uit van
Cartrical-kalibratie.
Bij instrumenten zonder automatische sensorcodeherkenning
(LXG440.99.x001x) moet de sensorcode worden ingevoerd tijdens
de eerste setup en wanneer een nieuwe sensorcartridge wordt
geactiveerd. Als het sensorcodecertificaat verloren is geraakt, moet
de fabriekskalibratie (in het sensorcodemenu) als tijdelijke
oplossing worden uitgevoerd.
Nadat de code is geactiveerd, is de sensor volledig gekalibreerd
maar nog niet aangepast aan de specifieke matrix van de relevante
toepassing in een afvalwaterverwerkingsinstallatie. Er moet ten
minste 12 uur verstrijken voordat een matrixcorrectie wordt
uitgevoerd, zodat de cartridge zich kan aanpassen aan de
specifieke matrix.
Ga als volgt te werk om de sensorcode te wijzigen:
1. Selecteer
SENSOR MENU \> AN-ISE SC
KALIBRATIE \> MORE CORRECTIONS (MEER CORRECTIES)\>
SENSORCODE \> ENTER
2. De sensorcode invoeren.
3. Druk op
om te bevestigen en de sensorcode te
ENTER
activeren. De dagmeter voor de cartridge wordt op nul gezet.
Alle oude kalibratiegegevens worden nu overschreven door de
nieuwe kalibratiegegevens van de sensorcode. De
sensorcodegegevens worden door het systeem gecontroleerd. Als
er een fout wordt aangegeven, controleer dan de sensorcode en
voer, indien nodig, de sensorcode opnieuw in.
De LINK2SC-procedure biedt een veilige methode voor
gegevensuitwisseling tussen processensoren en
LINK2SC-compatibele fotometers met behulp van een SD-kaart of
via een lokaal netwerk (LAN). Er zijn twee verschillende opties
beschikbaar:
a. De zuivere controlemeting van het laboratorium
b. Een matrixcorrectie die de meetgegevens bevat die in het
labaratorium zijn gegenereerd en worden gebruikt om de
sensor te corrigeren
Tijdens een zuivere controlemeting worden de meetgegevens van
de sensor naar de fotometer overgedragen, waar zij samen met de
fotometrische referentiegegevens worden gearchiveerd.
Tijdens een matrixcorrectie worden de referentiegegevens die in
het laboratorium zijn gegenereerd, overgedragen naar de sensor
waar zij worden gebruikt om de sensor te corrigeren.
voor de sensorcartridge.
of
of
AISE SC
NISE SC \>
Nederlands