Bedieningselementen
POWER, Aan-/Uit-schakelaar (zie F 1.1).
In-/Uit-schakelen van de monitor Geen functie (zie F 1.2).
Geen functie (zie F 1.3).
Mocht de afstandsbediening niet functioneren, druk dan eenmaal op de MONITOR
-knop (zie F 1.3) en ga dan verder zoals u van plan was.
VOL UP/DOWN, geluidsregeling, 2 toetsen, 1 voor hard en 1 voor zacht (zie F 1.4).
PICTURE (zie F 1.5), knop voor de beeld- en functie-instelling (heeft dezelfde functie als
de knop MODE op de monitor, zie D 1.6).
Roept het menu als volgt op:
druk op de knop PICTURE (zie F 1.5) op de afstandsbediening of MODE
(zie D 1.6) op de monitor. Er verschijnen diagrammen voor de functie-instelling.
Verander de waarden van de volgende afbeeldingen met de knoppen VOL UP/DOWN
(zie F 1.4) (zie ook weergave van de beeldschermdiagrammen op de volgende pagina)
contrast (CONTRAST) k helderheid (BRIGHTNESS) k kleur (COLOR) k kleurnuance (TINT)
(alleen bij NTSC-videoformaat) k blauw beeldscherm bij ontbrekend videosignaal, Aan/Uit
(BLUE SCREEN) k automatisch inschakelen, zo gauw er voedingsspanning is, Aan/Uit
(POWER DIRECT) k videoformaat PAL/NTSC (COLOR SYSTEM) k
normaal-/spiegelbeeldige weergave (MIRROR MODE).
k beeldformaatselectie (MODE SELECTOR) (zie F 1.5 en D 1.6):
1 FULL = 16:9
2 NORMAL = 4:3
3 CINEMA = 16:9 vergroot
4 WIDE = 16:9 verkleind
MUTE schakelt de luidspreker uit (zie F 1.6).
AV dient voor het schakelen van de video-ingangen (zie F 1.7).
SET directe selectie van de beeldformaten (zie F 1.8).
vervangen van de batterij
Schuif het deksel van de batterijhouder af (zie F 2).
Plaats de batterijen (2 x 1,5 V, type AAA). Let erop dat de polen (+ en —) in
de goede richting wijzen (zie F 3).
Sluit het vakje weer (zie F 4).
De afstandsbediening
68