zAAgKETTINg SPANNEN
Controleer de kettingspanning voor het begin
van de werkzaamheden, na de eerste keren
zagen en tijdens het zagen regelmatig. In het
bijzonder bij nieuwe zaagkettingen moet in het
begin met verslapping worden gerekend.
wAARSChuwINg: verwijder de
batterij uit het gereedschap voordat
u de spanning van de zaagketting
aanpast.
wAARSChuwINg: De snijranden
van de zaagketting zijn scherp.
gebruik handschoenen als u de ketting
hanteert.
wAARSChuwINg: zorg altijd voor
de juiste kettingspanning. Een
losse ketting geeft een hoger risico
op terugslag. Een losse ketting kan
uit de groef van het zwaard springen.
Dit veroorzaakt verwonding voor de
gebruiker en schade aan de ketting. Een
losse ketting geeft hogere slijtage aan
ketting, zwaard en tandwiel.
1. Leg de kettingzaag neer op een recht
oppervlak.
2. Draai de kettingspanknop (10) in de
richting van de wijzers van de klok tot de
juiste kettingspanning is bereikt. De juiste
106
kettingspanning wordt automatisch bereikt.
Het ratelmechanisme verhindert dat de
spanning te los is. (Zie F1)
3. Controleer de spanning die is ingesteld
door de automatische kettingspanknop.
De zaagketting (8) is correct gespannen
wanneer deze in het midden ca. 3-6mm
kan worden opgetild (de kettingschakels
moeten gewoon in de zaagbladgeleider
blijven). Dit moet met één hand gebeuren
door het omhoogtrekken van de
zaagketting tegen het eigen gewicht van de
machine. (Zie F2)
Gebruik een schroevendraaier om de
ketting rond de geleiderstaaf te bewegen
om te controleren of er geen kinken zijn. De
ketting moet vrij draaien. (Zie F3)
4. Komt de ketting los, schroef dan de
kettingspanknop volledig los en schroef de
dekplaat met de blokkeerknop weer stevig
vast.
kettingzaag op batterijen
kETTInGSmErInG
bELANgRIJK: De kettingzaag wordt
niet met zaagkettinghechtolie
gevuld geleverd. het is belangrijk om
de kettingzaag voor gebruik met olie te
vullen. het gebruik van de kettingzaag
zonder zaagkettinghechtolie of bij een
oliepeil onder de minimummarkering
leidt tot beschadiging van de
kettingzaag.
OPMERKINg: De levensduur en de
snijcapaciteit van de ketting hangt af van
de optimale smering. Daarom wordt tijdens
het gebruik de zaagketting automatisch met
zaagkettinghechtolie gesmeerd.
Olietank vullen:
1. Plaats de kettingzaag met de olietankdop
naar boven op een geschikte ondergrond.
2. Maak met een doek de omgeving van de
olietankdop schoon, schroef de dop los en
verwijder deze.
3. Giet er kettingzaagolie in tot het reservoir
vol is. ISO VG32 staaf- en kettingolie van elk
merk kan worden gebruikt.
4. Let erop dat er geen vuil in de olietank
terechtkomt. Breng de olietankdop weer
aan en sluit af.
bELANgRIJK: Om uitwisseling
van lucht tussen olietank en
omgeving mogelijk te maken, zijn er
kleine openingen in de olietankdop. zet
de zaag, wanneer u deze niet gebruikt,
altijd horizontaal neer, om uitlopen van
olie te voorkomen (olietankdop 4 wijst
omhoog).
gebruik uitsluitend de geadviseerde,
biologisch afbreekbare hechtolie om
beschadiging van de kettingzaag te
voorkomen. gebruik nooit gerecyclede
olie of oude olie. bij gebruik van niet-
toegelaten olie vervalt de garantie.
DE AuTOMATISChE OLIESPuIT
CONTROLEREN
De goede werking van de automatische
oliespuit kan worden gecontroleerd door de
kettingzaag in te schakelen en de punt van
de kettinggeleider (7) naar een stuk karton of
papier op de grond te richten.
nL