Opmerking 1: Raadpleeg voor het aansluiten de
instructiehandleiding van de receiver RCV02 (los
verkrijgbaar).
Opmerking 2: Communicatieafstand: 10 m of minder
(varieert tot 10 m afhankelijk van de bedrijfsomgeving)
LET OP:
• Controleer dat LED#B (2) niet brandt voordat u de accu
uit het gereedschap verwijdert. Als de accu uit het
gereedschap wordt verwijderd terwijl LED#B (2) brandt
of
knippert,
worden
gereedschap zijn opgeslagen gewist.
Instellen van het aandraaikoppel (Fig. 7 en 8)
Wanneer u kolomschroeven, houtschroeven, zeskante
bouten e.d. met een gespecificeerd aandraaikoppel wilt
aandraaien, moet u het aandraaikoppel als volgt instel-
len.
1. Haal de accu uit het gereedschap.
2. Maak de bevestigingsschroef van de ring los en ver-
wijder de schroef.
3. Draai met de hand de ring op de voorkant van het
gereedschap zodat het gat onder de ring zichtbaar
wordt.
4. Installeer de accu en druk de aan/uit trekschakelaar
in. Laat de trekschakelaar los zodat de instelring
draait en zichtbaar wordt in het gat. Haal daarna de
accu eruit.
5. Gebruik de los verkrijgbare instelgreep om het aan-
draaikoppel in te stellen. Steek de pen van de instel-
greep in het gat op de voorkant van het gereedschap.
Draai daarna de instelgreep naar rechts om een groter
aandraaikoppel in te stellen, of naar links om een klei-
ner aandraaikoppel in te stellen.
6. Doe de gele streep overeenkomen met het gewenste
cijfer op de aandraaikoppelschaal.
7. Installeer de accu en gebruik een aandraaikoppel-
testapparaat om te controleren of het aandraaikoppel
is ingesteld.
8. Draai de ring op de voorkant van het gereedschap en
draai vervolgens de schroef aan om de ring vast te
zetten.
OPMERKING:
• De cijfers op de aandraaikoppelschaal dienen als een
leidraad voor het instellen van het gewenste aandraai-
koppel.
INEENZETTEN
LET OP:
• Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de accu ervan is verwijderd alvorens enig werk aan
het gereedschap uit te voeren.
Installeren of verwijderen van de schroefbit of
sokbit (Fig. 9 en 10)
Gebruik uitsluitend bits met een insteekgedeelte zoals
aangegeven in de afbeelding.
Voor gereedschappen met een ondiepe bitinsteek-
opening: A=12 mm, B=9 mm
Voor gereedschappen met een diepe bitinsteek-
opening: A=17 mm, B=14 mm
Om de bit te installeren, trekt u de mof in de richting van
de pijl en dan steekt u de bit zo ver mogelijk in de mof.
Laat daarna de mof los om de bit vast te zetten.
Om de bit te verwijderen, trekt u de mof in de richting van
de pijl en dan trekt u de bit krachtig eruit.
32
de
gegevens
die
in
OPMERKING:
• Als de bit niet diep genoeg in de mof zit, zal de mof niet
naar zijn oorspronkelijke positie terugkeren zodat de bit
niet goed vast zal zitten. Probeer in zo'n geval om de
bit opnieuw juist erin te steken volgens de boven-
staande instructies.
BEDIENING
Indraaien van schroeven (Fig. 11)
het
Plaats de punt van de schroefbit in de schroefkop en
oefen druk uit op het gereedschap. Schakel daarna het
gereedschap in. Wanneer de koppeling ingrijpt, zal de
motor automatisch stoppen. Laat daarna de aan/uit trek-
schakelaar los.
OPMERKING:
• Zorg dat de schroefbit recht in de schroefkop zit, omdat
de schroef en/of schroefbit anders beschadigd kunnen
raken.
Toelaatbare aandraaicapaciteiten
Gebruik het gereedschap binnen het bereik van de
draaiingshoek tot maximaal 360°. Als u het gereedschap
gebruikt boven de bovengrens van dit bereik, werkt de
koppeling niet. Het gereedschap kan tevens niet vol-
doende aandraaikoppel leveren (LED#A knippert lang-
zaam paars of brand paars).
OPMERKING:
• De draaiingshoek is de hoek waarbij een schroef/bout
draait wanneer het gereedschap tussen 50% en 100%
van het gewenste koppel bereikt.
• Bij gebruik van een accu op lage temperatuur, kunnen
het waarschuwingslampje en de zoemer soms een
waarschuwing voor te laag accuvermogen geven zodat
het gereedschap onmiddellijk zal stoppen. In dit geval
kan de aandraaicapaciteit lager zijn dan is gespecifi-
ceerd in deze handleiding, ook wanneer een opgela-
den accu wordt gebruikt.
ONDERHOUD
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en de
accu ervan is verwijderd alvorens te beginnen met
onderhoud of inspectie.
• Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol en
dergelijke. Hierdoor het verkleuring, vervormingen en
barsten worden veroorzaakt.
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het
product te handhaven, dienen alle reparaties en alle
andere onderhoudswerkzaamheden of afstellingen te
worden uitgevoerd door een erkend Makita Servicecen-
trum, en dat uitsluitend met gebruik van Makita vervan-
gingsonderdelen.