2.
De trekker vastzetten in de AAN-stand is zeer
gevaarlijk. Probeer nooit de trekker vast te zetten.
3.
Probeer niet de contactschoen of een andere veilig-
heidsvoorziening voortdurend ingedrukt te houden met
tape of draad. Dit kan leiden tot de dood of ernstig letsel.
Service
1.
Voer reinigings- en onderhoudswerkzaamheden
onmiddellijk uit nadat u klaar bent met werken. Houd
het gereedschap in optimale conditie. Smeer bewegende
delen om roesten te voorkomen en slijtage door wrijving
te minimaliseren. Veeg alle stof van de onderdelen af.
2.
Vraag een erkend Makita-servicecentrum
regelmatig het gereedschap te inspecteren.
3.
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van
het gereedschap te handhaven, dienen onderhoud
en reparaties te worden uitgevoerd door een erkend
Makita-servicecentrum, en altijd met gebruikmaking
van originele Makita-vervangingsonderdelen.
Houd u aan de plaatselijke regelgeving bij het
4.
verwerken van het gereedschap.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES.
WAARSCHUWING:
een vals gevoel van comfort en bekendheid met het
gereedschap (na veelvuldig gebruik) en neem alle veilig-
heidsvoorschriften van het betreffende gereedschap altijd
strikt in acht. VERKEERD GEBRUIK of het niet naleven van
de veiligheidsvoorschriften in deze gebruiksaanwijzing
kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
BESCHRIJVING VAN DE
ONDERDELEN
► Fig.1: 1. Trekker 2. Haak 3. Neusadapter (contact-
schoen) 4. Magazijn
BEVESTIGEN
De compressor selecteren
70
60
50
2
40
30
20
10
10
20
1. Nagelsnelheid (aantal per minuut) 2. Compressor
luchtopbrengst per minuut (L/min) 3. 0,83 MPa (8,3 bar)
4. 0,74 MPa (7,4 bar) 5. 0,64 MPa (6,4 bar)
Laat u NIET misleiden door
3
4
5
30
40
50
60
1
De luchtcompressor moet voldoen aan de vereisten van
EN60335-2-34.
Gebruik een compressor die ruimschoots voldoende
druk en luchtopbrengst levert om een rendabele wer-
king te garanderen. De grafiek toont de verhouding
tussen de nagelsnelheid, de toepasselijke druk en de
luchtopbrengst van de compressor.
Bijvoorbeeld, wanneer u nagelt met een frequentie van
ongeveer 60 keer per minuut bij een druk van 0,74 MPa
(7,4 bar), is een compressor met een luchtopbrengst
van meer dan 55 liter/minuut vereist.
Wanneer de aangevoerde luchtdruk de nominale druk
van het gereedschap overschrijdt, dienen drukregelaars
te worden gebruikt om de luchtdruk te verlagen tot de
nominale druk. Als u dit niet doet, bestaat gevaar voor
ernstig letsel van de gebruiker van het gereedschap of
van personen in de buurt.
De luchtslang selecteren
LET OP:
Een lage luchtopbrengst van de com-
pressor, een te lange luchtslang of een luchtslang
met een kleinere diameter in verhouding tot de
nagelsnelheid, kunnen leiden tot een verminderde
nagelkracht van het gereedschap.
► Fig.2
Gebruik een zo groot en kort mogelijke persluchtslang om
verzekerd te zijn van ononderbroken en efficiënt nagelen.
Als het interval tussen twee nagels 0,5 seconde is,
wordt bij een luchtdruk van 0,49 MPa (4,9 bar), een per-
sluchtslang met een binnendiameter van meer dan 6,5
mm en een lengte van minder dan 20 m aanbevolen.
Persluchtslangen moeten een nominale minimumwerk-
druk hebben van 1,03 MPa (10,3 bar) of 150 procent
van de maximumdruk die door het systeem wordt gele-
verd, al naar gelang welke hoger is.
Smering
► Fig.3
Om van maximale prestaties verzekerd te zijn, monteert
u een luchtset (smeerinrichting, drukregelaar, luchtfilter)
zo dicht mogelijk bij het gereedschap. Stel de smeerin-
richting zodanig in dat voor iedere 50 nagels een drup-
pel smeerolie wordt geleverd.
Als geen luchtset wordt gebruikt, smeert u het gereed-
schap met olie voor pneumatisch gereedschap door
2 (twee) of 3 (drie) druppels in de luchtslangkoppeling
aan te brengen. U dient dit voor en na ieder gebruik te
doen.
Voor een goede smering moet het gereedschap enkele
keren worden bediend nadat de olie voor pneumatisch
gereedschap is aangebracht.
► Fig.4: 1. Olie voor pneumatisch gereedschap
40 NEDERLANDS