Terugslag En Bijbehorende Waarschuwingen - Silverline 546534 Manual De Instrucciones

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 36
NL
a . Laat nooit personen jonger dan 18 jaar deze zaag bedienen.
b . Gebruik steeds de nodige veiligheidsuitrusting, met inbegrip van een veiligheidsbril
of scherm, gehoorbescherming, stofmasker, en beschermende kledij, met inbegrip van
veiligheidshandschoenen, wanneer u de zaag gebruikt.
c . Elektrisch gereedschap veroorzaakt trillingen. Trillingen kunnen aanleiding geven tot
gezondheidsproblemen . Handschoenen kunnen helpen bij het in stand houden van een
goede bloedcirculatie in de vingers . In de hand vastgehouden gereedschap mag niet zonder
onderbreking gedurende langere perioden gebruikt worden .
d . Maak, indien mogelijk, gebruik van een vacuümstofafvoersysteem om het stof/afval
onder controle te houden.
e . Probeer geen materiaal te zagen dat dikker is dan gespecificeerd in het deel van deze
handleiding met specificaties.
f . Verstekzagen zijn niet ontworpen voor het zagen van brandhout. Zorg er steeds voor dat het
hout droog is en geschikte vlakke oppervlakken vertoont zodat het veilig op de verstektafel kan
gelegd worden .
g . Plaats het zaagblad enkel tegen het werkstuk wanneer het gereedschap is ingeschakeld.
Zo niet bestaat de kans op een terugslag wanneer het blad vast komt te zitten in het werkstuk .
h . Stel de zaagdiepte in op de dikte van het werkstuk
i . Verwijder nooit stof, spanen, of afval met de hand uit de buurt van het blad. Zorg ervoor
dat het gereedschap spanningsloos is en maak gebruik van een geschikte borstel
j . Gebruik enkel zaagbladen die zijn aanbevolen door de producent en in overeenstemming
zijn met EN 847-1 of de daarmee equivalente norm in uw land.
k . Houd vodden, doeken, en touwmateriaal buiten de werkzone en zorg ervoor dat de
kleding van het bedienend personeel geen rafels vertoont die gegrepen zouden kunnen
worden door het roterende blad, wat ernstig letsel zou kunnen veroorzaken. Indien het
bedienende personeel handschoenen draagt, mogen deze geen rafels vertonen .
l . Zorg ervoor dat er tijdens het gebruik van de verstekzaag geen boven het gereedschap
opgeslagen voorwerpen kunnen omlaag vallen. De trillingen van het gereedschap kunnen
in de buurt opgeslagen voorwerpen doen bewegen .
m . Houd zaagbladen die niet op het gereedschap geïnstalleerd zijn in een daarvoor
geschikte container die tijdens verplaatsingen een bescherming biedt tegen eventuele
snijwonden.
n . Zorg er steeds voor dat het zaagblad is afgestemd op het te zagen materiaal en dat het
maximum toerental van de zaag niet groter is dan het maximum toerental van het blad.
o . Wanneer er gebruik wordt gemaakt van bladen met een grotere boring dan de naaf
van de verstekzaag, zorg er dan voor dat een correct aanpassingsstuk (naafring) wordt
gebruikt.
p . Tijdens het verplaatsen of het transporteren van de zaag moet het daarvoor voorziene
transporthandvat gebruikt worden (niet met behulp van de bedieningshendel), en dient
u ervoor te zorgen dat de zaag is vergrendeld.
q. Verwijder geen afgezaagd materiaal of vervang het werkstuk niet alvorens eerst de zaag
kop terug in de bovenste positie te hebben geplaatst en de bescherming te hebben
gesloten.
r . Zorg ervoor dat het werkstuk correct wordt ondersteund. Grote panelen kunnen onder
hun eigen gewicht doorzakken en het zaagblad vastklemmen. Steunen dienen langs beide
zijden onder het paneel te worden aangebracht, dicht bij de zaagsnede en in de buurt van de
rand van het paneel .
s . Zorg ervoor dat alle steunen en stroomsnoeren buiten de zaagsnede geplaatst zijn of
lopen.
t . Plaats het werkstuk steeds op een stabiel platform, waarbij de blootstelling van
het lichaam minimaal is, het geklemd geraken van het blad voorkomen wordt, en
controleverlies vermeden wordt.
u . Sta tijdens het gebruik nooit in lijn met het zaagblad van de verstekzaag. Neem een
zijdelingse positie in om een eventuele terugslag te vermijden .
v . Let op de rotatierichting van de motor en van het blad.
w . Inspecteer het werkstuk en verwijder eventuele spijkers en andere ingebedde
voorwerpen alvorens het werk aan te vatten.
x . Oefen geen zijdelingse of torsiekracht uit op het blad tijdens het zagen.
y . Indien een snede niet tot de rand van een werkstuk loopt, of indien het blad klem komt
te zitten in het werkstuk, laat het blad dan volledig tot stilstand komen en til het dan pas
uit het werkstuk.
z . Probeer nooit een vastzittend zaagblad vrij te maken alvorens de machine los te koppelen
van het elektriciteitsnetwerk.
Het gereedschap mag ENKEL gebruikt worden voor de beoogde doeleinden. Welk ander
gebruik dan ook dan dat vermeld is in deze handleiding-, wordt beschouwd als verkeerd gebruik .
De gebruiker, en niet de fabrikant, zal aansprakelijk zijn voor welke schade of letsel dan ook die het
resultaat zijn van een dergelijk verkeerd gebruik .
De fabrikant is niet aansprakelijk voor wijzigingen die aangebracht zijn op of aan het gereedschap,
en ook niet voor schade die het resultaat zou zijn van dergelijke wijzigingen . Zelfs indien men het
gereedschap gebruikt zoals voorgeschreven, is het onmogelijk om alle residuele risicofactoren te
elimineren .
54
Verdere veiligheidsinstructies voor alle zagen

Terugslag en bijbehorende waarschuwingen

Terugslag is de plotselinge reactie als gevolg van een vasthakend of geblokkeerd draaiend
accessoire, zoals een slijpschijf, steunschijf, draadborstel, enz . Vasthaken of blokkeren leidt tot
abrupte stilstand van het ronddraaiende accessoire . Daardoor wordt een ongecontroleerd elektrisch
gereedschap tegen de draairichting van het accessoire versneld op de plaats van de blokkering .
Als bijvoorbeeld een slijpschijf in het werkstuk vasthaakt of blokkeert, kan de rand van de slijpschijf
die in het werkstuk invalt, zich vastgrijpen . Daardoor kan de slijpschijf uitbreken of een terugslag
veroorzaken . De slijpschijf beweegt zich vervolgens naar de bediener toe of van de bediener weg,
afhankelijk van de draairichting van de schijf op de plaats van de blokkering . Hierbij kunnen
slijpschijven ook breken .
Een terugslag is het gevolg van het verkeerd gebruik of onjuiste gebruiksomstandigheden
van de machine. Terugslag kan worden voorkomen door geschikte voorzorgsmaatregelen,
zoals hieronder beschreven
a . Houd de machine goed vast en breng uw lichaam en uw armen in een positie waarin u de
terugslagkrachten kunt opvangen. Gebruik altijd de extra handgreep, indien aanwezig,
om de grootst mogelijke controle te hebben over terugslagkrachten of reactiemomenten
bij het op toeren komen. De bediener kan door geschikte voorzorgsmaatregelen de terugslag-
en reactiekrachten beheersen
b . Als de snijschijf vastklemt of als u de werkzaamheden onderbreekt, schakelt u de
machine uit en houdt u het rustig tot de schijf tot stilstand is gekomen. Probeer nooit om
de nog draaiende snijschijf uit de groef te trekken. Anders kan een terugslag het gevolg
zijn. Stel de oorzaak van het vastklemmen vast en maak deze ongedaan
c . Wanneer de zaag in een onafgemaakte snede herstart wordt, zorgt u ervoor dat de zaag
recht in de snede ligt en dat de tanden niet in het materiaal grijpen (een vastzittend blad
kan bij het her starten van de machine omhoog geschoten worden)
d . Een groot werkstuk hoort dicht bij de snede en dicht bij de rand ondersteund te worden
om inzakking te voorkomen en de kans op terugslag te minimaliseren
e . Gebruik geen beschadigde of botte bladen. Deze bladen produceren een smalle nerf wat
resulteert in overmatige wrijving, het buigen van zaagbladen en terugslag .
f . Voor het maken van sneden horen alle verstel vergrendelingshendels goed vast gezet te
worden. Het bewegen van bladverstellingen kan leiden tot het buigen van bladen en terugslag
g . Ben uitermate voorzichtig bij het zagen in muren en andere verborgen gebieden. Het
zaagblad raakt mogelijk verborgen voorwerpen wat kan leiden tot terugslag
Onderste beschermkap functie
a) Controleer voor elk gebruik of de onderste beschermkap juist functioneert. Gebruik
de machine niet wanneer de beschermkap niet juist functioneert. Vergrendel de
beschermkap niet in de open of gesloten positie. Wanneer u de zaag laat vallen buigt de
beschermkap mogelijk . Controleer de vrije beweging van de beschermkap met behulp van de
hendel
b) Controleer de werking van de beschermkapveer. Wanneer de veer niet juist functioneert
dient deze, samen met de beschermkap gerepareerd worden voordat u de machine
gebruikt. De beschermkap sluit en opent mogelijk langzaam dankzij beschadigde onderdelen
of een stofopbouw
c) De beschermkap mag enkel met de handgesloten worden bij het uitvoeren van speciale
zaagsneden als een vrije inval zaagsnede. Verhoog de beschermkap met de hendel en zodra
het zaagblad in het werkstuk zaagt, laat u de beschermkaphendel los
d) Controleer of het zaagblad volledig door de beschermkap bedekt wordt voordat u de
machine neerlegt. Wanneer het zaagblad roteert en niet volledig bedekt is, kan de machine
in de richting van de gebruiker of omstanders gevuurd worden wat kan resulteren in ernstige
ongelukken
Beschermkap functie
a) Controleer voor elk gebruik of de beschermkap juist functioneert. Gebruik de machine
niet wanneer de beschermkap niet juist functioneert. Vergrendel de beschermkap niet in
de open of gesloten positie. Wanneer u de zaag laat vallen buigt de beschermkap mogelijk .
Controleer de vrije beweging van de beschermkap met behulp van de hendel
b) Controleer de werking van de beschermkapveer. Wanneer de veer niet juist functioneert
dient deze, samen met de beschermkap gerepareerd worden voordat u de machine
gebruikt. De beschermkap sluit en opent mogelijk langzaam dankzij beschadigde onderdelen
of een stofopbouw
c) Tijdens het maken van een vrije inval zaagnede, met het blad gesteld in een hoek anders
dan 90°, mag de voet niet bewegen. Beweging van de voet resulteert mogelijk in terugslag
d) Controleer of het zaagblad volledig door de beschermkap bedekt wordt voordat u de
machine neerlegt. Wanneer het zaagblad roteert en niet volledig bedekt is, kan de machine
in de richting van de gebruiker of omstanders gevuurd worden wat kan resulteren in ernstige
ongelukken
Laser-veiligheid
De laser die in dit apparaat gebruikt wordt, is een klasse 2 laser met een maximum vermogen ≤ 1
mW en met een golflengte van 400-700 nm.
Deze lasers vormen gewoonlijk geen optisch gevaar, alhoewel in de bundel kijken tijdelijke
blindheid kan veroorzaken .

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido