5.2. Plaats de bevestigingshaken
in
de
overeenstemmende
bevestigingsgaten van de
regelaar. Trek ze dan achteruit.
5.3. Draai de schroef in de
bevestigingshaak en span aan tot
de regelaar bevestigd is.
# 6. Aansluitschema
k,
I:
geleiders
stroomtransformator
L2, L3: 2 van de 3 fasen
M1, M2: bedrading van het
normaal open alarmcontact
A: gemeenschappelijke klem
van de uitgangscontacten
1-12: uitgangscontacten
SCHAKELSTRATEGIE
De vraag naar reactief vermogen wordt berekend uitgaande van het
gemiddelde reactief vermogen over de schakelvertragingstijd (40 s
wordt aanbevolen).
De regelaar bepaalt hieruit het aantal trappen en schakelt de grootste
trap eerst in teneinde onnodige tussenstappen te vermijden. Gedurende
deze schakelsequentie wordt een vaste tussentijd van 12 s tussen
elke schakeling aangehouden teneinde problemen met
overgangsverschijnselen te voorkomen en te voldoen aan de eisen
m.b.t. EMC. De schakelmodus is standaard ingesteld op
kringschakeling (# 8.) zodat de levensduur van condensatoren en
magneetschakelaars verhoogd wordt.
MODI
AUTO-modus (standaardinstelling)
De RVC bepaalt het aantal benodigde trappen om de cosϕ−
streefwaarde te bereiken en dit naargelang de gebruikerinstellingen
(cosϕ−streefwaarde, C/k, ...)
Op het scherm verschijnen cos ϕ, Vrms, Irms, THDV, THDI. (zie 10.1)
# 7. Draadaansluiting
7.1. Druk de hendel van de
connector achterwaarts d.m.v. een
schroevendraaier.
7.2. Voer de draad in de
overeenstemmende opening in
terwijl U de druk op de hendel
aanhoudt.
7.3. Laat dan de hendel los.
van
de
7.4.
aangesloten.
Indien
(stroomtrafo en spanning) correct
zijn zal de RVC-regelaar op zijn
scherm de cosϕ aangeven en in
de Auto-modus (zie # 10.) staan.
Nota: draaddoorsnede
66
De
draad
is
de
aansluitingen
goed
2.5 mm²