Herkennen Van Andere Inrichtingen; Speciale Functies; Aansluiting Van Andere Inrichtingen - Nice Spin Instrucciones Y Advertencias Para El Instalador

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 114

7.3.4) Herkennen van andere inrichtingen

Normaal gesproken vindt het herkennen van de op BlueBUS en de ingang STOP aangesloten inrichtingen tijdens de installatiefase plaats; het is ech-
ter mogelijk wanneer er inrichtingen bijgeplaatst of weggenomen worden de herkenningsfase opnieuw uit te voeren en wel op de volgende manier:
Tabel 22: voor het herkennen van andere inrichtingen
1.
Druk op de toetsen [s] en [Set] en houd die ingedrukt
2.
RLaat de toetsen los wanneer de ledlampjes L1 en L2 heel snel beginnen te knipperen (na ongeveer 3s)
3.
Wacht enkele seconden totdat de besturingseenheid met het herkennen van de inrichtingen gereed is
4.
Aan het einde van de herkenningsfase moeten de ledlampjes L1 en L2 ophouden te knipperen, het ledlampje STOP blijven branden
terwijl de ledlampjes L1...L4 zullen gaan branden op basis van de status van de functies ON-OFF die zij vertegenwoordigen.
!
Na bijplaatsing of wegname van een inrichting moet de opleveringstest van de automatisering opnieuw uitgevoerd
worden volgens wat in paragraaf "5.1 Opleveringstest" aangegeven is.

7.4) Speciale functies

7.4.1) Functie "Open Altijd"
De functie "Open Altijd" is een eigenschap van de besturingseenheid
waardoor het mogelijk is altijd een openingsmanoeuvre aan te sturen
wanneer de instructie "Stap-voor-Stap" langer dan 3 seconden
duurt; dit is met name nuttig bij het aansluiten van het contact van
een tijdschakelklok op het klemmetje P.P. om de deur tijdens een
bepaald tijdsbestek open te houden. Deze eigenschap is geldig
ongeacht de programmering van de ingang PP (zie parameter
"Functie PP" in tabel 17).
7.4.2) Functie "Beweeeg in ieder geval"
Mocht de een of andere veiligheidsinrichting niet correct werken of
buiten gebruik zijn, dan is het toch mogelijk de deur in de modus
"Iemand aanwezig". aan te sturen en te manoeuvreren. Zie voor de
details de paragraaf "Bediening terwijl de veiligheidsinrichtingen bui-
ten gebruik zijn" in de bijlage "Aanwijzingen en aanbevelingen
bestemd voor de gebruiker van de reductiemotor SPIN".

7.5) Aansluiting van andere inrichtingen

Mocht het nodig zijn externe inrichtingen zoals bijvoorbeeld een lezer
voor transponderkaarten of het lampje van de verlichting van de
sleutelschakelaar van stroom te voorzien, dan kunt u de stroom aan-
sluiten zoals op afbeelding 46 te zien is. De spanning van de stroom-
toevoer is 24Vcc -30% ÷ +50% met maximale beschikbare stroom
van 100mA.
-
46
24Vcc
Voorbeeld
SET
SET
L1
L2
L1
L2
+
189
NL

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido