MACHINE IN ELKAAR ZETTEN
! Nadat u de verpakking heeft verwijderd, vergrendelt u de
voorwielen door de remblokken (10) naar beneden te drukken.
@ Plaats het motorblok (2) op het reeds gemonteerde
tussenstuk met de borgring (B). Zorg er daarbij voor dat de
Aan/Uit-schakelaars op het motorblok zich aan de voorkant
bevinden. Zet de borgring (B) op zijn plaats en zet het
motorblok en het tussenstuk aan elkaar vast door de hendel
(A) over te halen.
Bevestig de afrolveer voor het snoer (15) op het snoer, rol het
snoer op en plaats het snoer op de haak (14) op de beugel.
De stofbak (6) is reeds op de wagen gemonteerd, De klem (8)
staat al op de stofbak (6) vast, zodat de stofbak tijdens het
stofzuigen stevig op de wagen (7) blijft zitten.
Bevestig de afzonderlijk verpakte accessoires.
# Slang van 50 mm Ø
Plaats de bajonetkoppeling van de slang in de zuigopening (4
/ 4A) en draai de bajonetkoppeling met de klok mee om de
slang te borgen.
$ Stalen buizen van 50 mm Ø
Draai de bajonetring aan het uiteinde van de buis tegen de
klok in los. Zet de rechte buis en de kromme buis in elkaar en
draai de bajonetring met de klok mee totdat deze op zijn
plaats valt.
Bevestig de rechte buis op het mondstuk door de buis in het
mondstuk te drukken en te draaien.
# Slang van 38 mm Ø met koppeling van 50 mm Ø
Plaats de bajonetkoppeling van de slang in de zuigopening (4
/ 4A) en draai de bajonetkoppeling met de klok mee om de
slang te borgen.
# Standaard slang van 38 mm Ø:
Plaats de standaard bajonetkoppeling van 38 mm Ø in het
verloopstuk met koppeling en borg ze door ze met de klok
mee te draaien.
% Stalen buizen van 38 mm Ø
Zet de rechte en kromme stalen buizen in elkaar en zet de
rechte buis op het mondstuk door de buis in het mondstuk te
drukken en te draaien.
Mondstuk voor droog zuigen voor 38 mm Ø en 50 mm Ø
Rubber wissers of borstels afstellen.
De afstand van de rubber wissers tot de grond moet ongeveer
1 mm bedragen. U kunt de hoogte afstellen met behulp van
de twee handschroeven, indien aanwezig.
Er is een vervangingsset met rubber wissers van oliebestendig
materiaal verkrijgbaar.
GEBRUIK
Als u de accessoires heeft bevestigd, plaatst u de machine
vlakbij de plek waar u de machine wilt gaan gebruiken. Haal
het snoer van de haak en rol het snoer af.
Aan/Uit-schakelaars voor het apart aan- en
^
uitzetten van de motoren
Steek de stekker in het stopcontact.
Om een motor te starten drukt u op een van de knoppen (1).
Als het groene lampje gaat branden, wil dat zeggen dat de
netspanning op die motor staat. Voor een maximale zuigkracht
moeten alle motoren tegelijkertijd draaien. De motoren moeten
echter altijd apart aan- en uitgezet worden. Om een motor uit
te zetten drukt u op een van de knoppen (1).
Als u kunt volstaan met een lagere zuigkracht, kunt u slechts
één motor laten draaien.
Start de machine nooit als de machine gebreken vertoont.
Thermische beveiliging (alle uitvoeringen)
De zuigmotor is voorzien van een thermische beveiliging om
de onderdelen te beschermen als de primaire luchtstroom
geblokkeerd is.
Neem de oorzaak van de verstopping weg, zodat de lucht
weer vrij baan heeft.
Zodra de motor voldoende afgekoeld is, wordt de motor
automatisch weer opgestart.
Stofbak legen
&
Opmerking: Probeer het motorblok plus tussenstuk (16)
nooit te openen terwijl de motoren draaien.
Als er geen zuigkracht meer is of als de zuigkracht vermindert,
wil dat zeggen dat de stofbak vol is of het filter verstopt is.
Zet de motoren uit (1) en zet de remblokken (10) op de
voorwielen door ze naar beneden te drukken. Om het
motorblok plus tussenstuk (16) van de stofbak (6) te scheiden
zet u de klem (8) los en kantelt u het motorblok plus
tussenstuk (16) omhoog.
Til de stofbak (6) er met de hand of met behulp van een
speciale kraan- of vorkhefwagen af om de inhoud te kunnen
legen.
Na het legen plaatst u de stofbak (6) weer terug op de wagen
(7). Zorg ervoor dat het gat (C) door de onderkant van de bak
is bedekt en dat de handvatten in de met D aangegeven
positie staan. Kantel het motorblok plus tussenstuk (16) via de
beugel weer terug op de stofbak (6) en zet de klem (8) weer
vast op de stofbak (6).
Zet de remblokken (10) van de voorwielen af door het
hendeltje bovenop in te drukken.
Opmerking: Neem voor wat betreft eventueel achterblijvend
stof in de filter of stofbak de juiste persoonlijke
veiligheidsmaatregelen in acht.
Filtercassette (G) vervangen
*
Zet de motoren uit (1) en zet de remblokken (10) op de
voorwielen door ze naar beneden te drukken. Om het
motorblok plus tussenstuk (16) van de stofbak (6) te scheiden
maakt u de klem (8) los en kantelt u het motorblok plus
tussenstuk (16) omhoog.
Haal de kap (E) los en schroef het handwiel (F1) met de hand
los en verwijder het borgschijfje (F2), de pakking (F3) en het
filter (G). Reinig de filterruimte (H) binnen in het motorblok plus
tussenstuk (16). Plaats de onderdelen weer in omgekeerde
volgorde terug. Druk de kap (E) terug op zijn plaats.
Kantel het motorblok plus tussenstuk weer omlaag en zet de
klem (8) weer op de stofbak (6) vast.
Hoe vaak het filter moet worden vervangen, is afhankelijk van
de werkzaamheden.
Opmerking: Neem voor wat betreft eventueel achterblijvend
stof in de filter of stofbak de juiste persoonlijke
veiligheidsmaatregelen in acht.
28