4
Informatie voor de installateur
4.1
Installatie
▶ Bedieningseenheid op een vlakke wand monteren ( afb. 1 tot 3 vanaf
pagina 75).
4.2
Elektrische aansluiting
De bedieningseenheid wordt via de BUS-kabel met energie gevoed.
lengte
Aanbevolen doorsnede
≤ 100 m
0,50 mm
≤ 300 m
1,50 mm
Tabel 10 Toegestane BUS-kabellengten
▶ BUS-kabel deskundig installeren en aansluiten.
▶ BUS-verbinding maken ( afb. 4, pagina 75).
Identificatie van de BUS-aansluitklem zie installatie-instructie van de warmtebron.
4.3
Aansluitschema's met installatievoorbeelden
De hydraulische weergaven zijn slechts schematisch en zijn een vrijblijvend voor-
beeld voor een mogelijke hydraulische schakeling.
Afbeelding 5, pagina 76 toont een installatievoorbeeld voor 2 ongemengde cv-groe-
pen met zonemodule en warmwaterbereiding, individuele instelling van de 2 CR 10
en van de zonemodule MZ 100
4.4
Inbedrijfstelling
Eerste inbedrijfname of inbedrijfname na een reset.
Installaties met een cv-groep (kamerthermostaat – CO)
▶ Installatie inschakelen / CR 10 resetten.
Tijdens het opbouwen van de verbinding worden 3 strepen ge-
toond. Na het opbouwen van de verbinding wordt de kamertem-
peratuur getoond.
6720866090 (2016/10)
2
2
Informatie voor de installateur | 43
Kabeltype
Minimaal H05 VV-... (NYM-J...)
°C
°F
CR 10