Wireless-G-breedbandrouter
Ethernet Port Priority (Prioriteit LAN-poort)
Met Ethernet Port Priority QoS (QoS-prioriteit LAN-poort) kunt u een prioriteit instellen voor de prestaties voor vier
routerpoorten (LAN-poort 1-4). Selecteer voor elk van deze poorten de prioriteit High (Hoog) of Low (Laag).
Selecteer Enable (Inschakelen) voor Flow Control (Gegevensstroombeheer) als u de gegevens tussen
netwerkapparaten door de router wilt laten beheren. Als u deze functie niet wilt gebruiken, selecteert u Disable
(Uitschakelen). Aan de overige vier poorten van de router wordt automatisch een lage prioriteit toegewezen. Met
Incoming Rate Limit (Beperking inkomende snelheid) kunt u de inkomende bandbreedte beperken. Als u deze
functie wilt gebruiken, selecteert u 8M, 4M, 2M, 1M, 512K, 256K of 128K (M staat voor Mbps, K staat voor
kbps). Als u deze functie niet wilt gebruiken, houdt u de standaardinstelling Disable (Uitschakelen) aan.
Ethernet Port Priority QoS (QoS-prioriteit LAN-poort) hoeft niet te worden ondersteund door uw internetprovider
omdat de poorten waarvoor een prioriteit wordt ingesteld, uitgaande LAN-poorten naar uw netwerk zijn.
Application Port Priority (Prioriteit toepassingspoort)
Met Application Port Priority QoS (QoS-prioriteit toepassingspoort) worden gegevens beheerd terwijl deze worden
verzonden en ontvangen. Naar gelang de instellingen in het scherm QoS, kunt u met deze functie een hoge of
lage prioriteit toekennen aan gegevens voor vijf vooraf ingestelde toepassingen en drie extra, door u ingestelde
toepassingen. Selecteer voor elke toepassing de prioriteit High (Hoog) of Low (Laag). Bij Specific Port#
(Specifiek poortnummer) kunt u drie extra toepassingen opgeven door de poortnummers voor deze toepassingen
in te voeren in de velden Specific Port# (Specifiek poortnummer).
FTP (File Transfer Protocol). Een protocol dat wordt gebruikt voor bestandsoverdracht in een TCP/IP-netwerk
(internet, UNIX enz.). U kunt FTP bijvoorbeeld gebruiken voor het uploaden van HTML-pagina's voor een website
van een lokale computer naar de webserver.
HTTP (HyperText Transport Protocol). Het communicatieprotocol dat wordt gebruikt om verbinding te maken
met servers op internet. De belangrijkste functie van dit protocol is het tot stand brengen van een verbinding met
een webserver en HTML-pagina's te verzenden naar de webbrowser van de client.
Telnet. Een terminal-emulatieprotocol dat veel wordt gebruikt voor internet- en TCP/IP-netwerken. Met dit
protocol kan een gebruiker op een terminal of computer zich aanmelden bij een extern apparaat en een
programma uitvoeren.
SMTP (Simple Mail Transfer Protocol). Het standaardprotocol voor e-mail op internet. Het is een TCP/IP-
protocol waarmee de berichtindeling en de MTA (Message Transfer Agent), die de berichten opslaat en
doorstuurt, worden bepaald.
POP3 (Post Office Protocol 3). Een standaardmailserver die veel op internet wordt gebruikt. POP3 biedt een
berichtenopslag waarin inkomende e-mailberichten worden opgeslagen totdat gebruikers zich aanmelden en de
Hoofdstuk 5: De Wireless-G-breedbandrouter configureren
34
Het tabblad Applications and Gaming (Toepassingen en games) - QoS