zorgt dat de batterijen geen contact maken: De HSDIM24 laat twee series van 3
pieptonen horen en de programmering via zelflering wordt gestart. De programme-
ring wordt bevestigd door 1 pieptoon van de centrale (3 pieptonen geven aan dat de
inrichting al geprogrammeerd is).
05. Open de detector zoals aangegeven in afb. 8 en voer de programmering van de dip-
switches en van de jumper JP1 en de afstelling van de trimmers PT1 en PT2 (afb. 2) uit
zoals beschreven in hoofdstuk 3 - Programmering. Voer vervolgens de "werkingstest"
uit (zie paragraaf 3.1).
06. Sluit de houder weer en haak de HSDIM24 aan de bevestigingsbeugel (afb. 5).
3 - PROGRAMMERING
De HSDIM24 is voorzien van 6 "dipswitches" en één jumper (JP1), waarmee een
aantal werkingsparameters geprogrammeerd kunnen worden, en van 2 afstel-
lings "trimmers" (PT1 en PT2) (afb. 2): zie tabel 1, 2, 3.
3.1 - Programmeringsprocedure en "werkingstest"
01. Programmeer de infrarooddetector met 1 impuls voor alarm: dipswitch 3 = UIT (tabel 1).
02. Programmeer de "gevoeligheid" van de infrarooddetector PIR: dipswitch 1-2 met de
benodigde minimumwaarde (tabel 1).
03. Stel de waarde voor "vertraging na inbreuk" in op het minimum: trimmer PT2 (afb. 8).
04. Stel de waarde voor de gevoeligheid van de microgolfdetector af (trimmer PT1 - afb. 8).
05. Controleer de dekking van het beschermingsgebied: zorg voor kortstondige bewegin-
gen binnen de zone en controleer de signalen die door led L1 worden afgegeven (afb.
2). Stel de waarde voor gevoeligheid zo nodig af.
06. Na het instellen van de gevoeligheid wordt, om de kans op onjuiste alarmen te verklei-
nen, aangeraden dip-switch 3 = AAN in te stellen (2 impulsen om een alarm te laten
afgaan).
07. Om dezelfde reden stelt u de waarde voor "vertraging na inbreuk" op het maximum
in: trimmer PT2 (afb. 2), conform de detectie-eisen.
08. Na de werkingscontrole verdient het aanbeveling dipswitch 4 = AAN in te stellen om de
signalering van led L1 uit te schakelen (afb. 2).
09. Zet dipswitch 5 op AAN indien u de antiverblindingsfunctie wilt inschakelen.
Let op! – Het gebruik van de functie tegen verblinding sluit conformiteit met de norm
EN50131 uit.
10. Als dit vanwege extreme warmte van de omgeving nodig is, zet u dipswitch 6 op
AAN om de automatische temperatuurcompensatie in te schakelen.
11. Sluit jumper JP1 (afb. 2) om de dubbele alarmfunctie in te schakelen en de sensor in
AND en op zichzelf te herkennen.
Tabel 1 - Programmering van de dipswitches
Switch
Status
1 -2
UIT
Functie
UIT
Zone gevoelig voor infraroodsensor tot 6 m (afb. 7)
3