ALGEMENE OPMERKINGEN
De rookgasafvoer en de hydraulische aansluitingen moeten
uitgevoerd worden door gekwali ceerd personeel dat con-
formiteitsverklaringen kan afgeven met betrekking tot de
installatie volgens de geldende nationale voorschriften.
CONTROLE COMPATIBILITEIT MET ANDERE
INSTALLATIES
In Italië de ketel mag NIET worden geïnstalleerd in dezelfde
kamer waar zich gasverwarmingstoestellen bevinden van het
type B (vb. gasketels, kachels en apparaten met wasemkap -
ref. UNI 10683 en 7129). De ketel kan voor onderdruk zorgen
in de ruimte, waardoor dergelijke toestellen niet langer goed
werken of erdoor beïnvloed worden.
CONTROLE ELEKTRISCHE AANSLUITING
stekkerdoos op een bereikbare plek aan)
De ketel is voorzien van een elektrische voedingskabel die
op een 230 V 50 Hz stopcontact, het liefst voorzien van een
magnetothermische schakelaar, moet worden aangesloten.
Spanningsvariaties van meer dan 10% kunnen de thermokachel
negatief beïnvloeden (we raden u aan om, als dit niet voorzien
is, een passende differentieelschakelaar te installeren). De
elektrische installatie moet aan de normen voldoen; controleer
met name de doeltreffendheid van de aarding. De voedingslijn
moet een doorsnede hebben die geschikt is voor het vermogen
van de apparatuur.
De slechte functionering van het aardecircuit veroorzaakt
storingen waar Edilkamin zich niet verantwoordelijk voor
acht. In geval van problemen met de elektriciteitsleiding, neem
contact op met een elektricien om na te gaan of er een UPS
(ononderbroken stroomtoevoer) van ten minste 800 Va met
sinusoïdale golf geplaatst moet worden.
LUCHTTOEVOER: absoluut noodzakelijk
Het is noodzakelijk dat de installatieruimte van de ketel voor-
zien is van een luchttoevoer met e en minimum doorsnede van
80 cm² zodat het herstel van de verbruikte lucht voor de verbran-
ding gegarandeerd wordt. I
INSTALLATIE
PLAATSING EN VEILIGHEIDSAFSTANDEN MET BE-
TREKKING TOT BRANDBESTRIJDING
Voor een correcte werking van de ketel dient deze waterpas op
de vloer te worden geplaatst.
Controleer de draagkracht van de vloer.
De ketel moet worden geïnstalleerd met inachtneming van de
volgende veiligheidsvoorwaarden:
- minimum afstand aan de achteren zijkanten van 10 cm tot
ontvlambare materialen.
- aan de voorkant van de ketel moeten licht ontvlambare mate-
rialen op een afstand van minstens 80 cm worden geplaatst.
- als de ketel op een ontvlambare vloer geplaatst wordt, moet
tussen de ketel en de bodem een plaats van warmte isolerend
materiaal worden aangebracht.
De plaat moet aan de zijkanten 20 cm en aan de voorkant 40 cm
uitsteken.
(breng de
Op de ketel en in het geval van afstanden die kleiner zijn dan de
veiligheidsafstanden mogen geen voorwerpen van ontvlambare
materialen worden geplaatst. In het geval van een aansluiting op
een houten wand of een wand van andere ontvlambare materia-
len is het noodzakelijk
- 126
- 126
-
-