BRK 25, 40, 55, 70, 95
Installatie
WAARSCHUWING
hydraulische slang
Hydraulische slangen onder druk kunnen
ongecontroleerd gaan zwiepen als schroeven los
gaan zitten of losgedraaid worden. Zwiepende
hydraulische slangen kunnen ernstig letsel
veroorzaken.
Laat de druk uit het hydraulisch systeem
►
ontsnappen voordat u de aansluiting van een
hydraulische slang losmaakt.
Haal de moeren op de aansluitingen van de
►
hydraulische slangen aan tot het vereiste koppel.
Controleer of de hydraulische slang en de
►
koppelingen intact zijn.
Slangen
Voor aansluiting op de machine moet de
hydraulische slang zijn goedgekeurd voor een
werkdruk van minstens 160 bar (2300 psi) en moet
hij een inwendige diameter hebben van ½ in. (12.7
mm). Om goed bestand te zijn tegen slijtage
adviseren we het gebruik van een hydraulische slang
die uit twee lagen bestaat. De machineaansluiting
met de aanduiding P (pomp) is de olie-inlaat en de
aansluiting met de aanduiding T (tank) is de
olie-uitlaat. Sluit altijd beide slangen aan en ga na
of alle slangaansluitingen goed dicht zijn. Draag de
machine nooit aan de slang.
Snelkoppelingen
De originele hydraulische slangen van worden
gemonteerd met Flat-Face-snelkoppelingen die sterk
en makkelijk reinigbaar zijn. De snelekoppelingen
worden dusdanig gemonteerd dat de
mannetjesaansluiting olie levert en de
vrouwtjesaansluiting olie ontvangt.
LET OP
Reinig alle koppelingen met een doek
voordat u ze aansluit. Zorg er, voordat u de machine
in gebruik neemt, voor dat alle koppelingen schoon
en correct aangesloten zijn. Als men dit niet doet,
kan het resulteren in beschadiging van de
snelkoppelingen, het kan oververhitting veroorzaken
en tot gevolg hebben dat ongewenste stoffen in het
hydraulische systeem doordringen.
3392 5166 90 | Originele handleidingen
Zwiepende
Veiligheidsvoorschriften en
bedieningshandleiding
Hydraulische olie
Om het milieu te beschermen adviseert Chicago
Pneumatic het gebruik van biologisch afbreekbare
hydraulische olie. Andere vloeistoffen dienen niet te
worden gebruikt.
Viscositeit (bij voorkeur) 20-40 cSt.
♦
Viscositeit (toegestaan) 15-100 cSt.
♦
Viscositeitsindex Min. 100.
♦
Standaard minerale olie of synthetische olie kan
worden gebruikt. Zorg er altijd voor dat de gebruikte
olie zuiver is en dat de vulapparatuur ook schoon
is.
Als de machine continu wordt gebruikt, zal de
olietemperatuur zich stabiliseren op een peil dat de
werktemperatuur wordt genoemd. Deze
temperatuur is, afhankelijk van het type werk en de
koelcapaciteit van het hydraulische systeem, 20-40°C
(68-104°F) hoger dan de omgevingstemperatuur.
Bij werktemperatuur moet de viscositeit van de olie
binnen de voorkeurslimieten liggen. De
viscositeitsindex drukt de relatie tussen viscositeit en
temperatuur uit. Een hoge viscositeit heeft daarom
de voorkeur, aangezien de olie dan binnen een
breder temperatuurbereik kan worden gebruikt. De
machine mag niet worden gebruikt als de
olieviscositeit buiten het toegestane bereik ligt of als
de werktemperatuur van de olie niet daalt tot een
temperatuur tussen 20°C (68°F) en 70°C (158°F).
Nippel
Bij aflevering zijn de sloophamers BRK 25 D, BRK 40
en BRK 40 VR in de fabriek ingesteld op 20 lpm
(EHTMA C). Afstelling op een hogere stroming is niet
mogelijk. De BRK 55, BRK 55 VR, BRK 55 HBP, BRK
55 VR HBP, BRK 70, BRK 70 VR, BRK 70 HBP en BRK
70 VR HBP worden geleverd met een
fabrieksinstelling van 30 lpm (EHTMA D). In de
verpakking vindt u een plastic zak met een sticker
en een begrenzingsnippel die in de tankleiding (T)
moet worden gemonteerd als de sloophamer op 20
lpm moet worden ingesteld. De afmeting van de
nippelopening is in de nippel gestanst. De BRK 95
en BRK 95 VR worden geleverd met een
fabrieksinstelling van 30 lpm (EHTMA D). Ze hebben
ook een plastic zak in de verpakking met een sticker
en een nippel zonder begrenzer, voor het geval dat
men de sloophamer wenst te gebruiken met 40 lpm
(EHTMA E).
167