Overzicht gitaarpedaalontvanger
① Aan/uit-schakelaar
Hiermee schakelt u het apparaat in of uit.
② DC-voedingsconnector
Voor aansluiting van DC-voeding (9 tot 15
V DC, min. 250 mA, max. 400 mA)
Opmerking: Compatibel met voedingen met
positieve punt of negatieve punt.
③ Audio-uitgangsconnector
Voor aansluiting op versterker of
mengpaneel.
Opmerking: Plaats bij gebruik van multi-
effectpedalen het ontvangerpedaal als eerste in
de signaalketen.
④ USB-poort
Voor het uploaden van firmware-updates
⑤ Display
Geeft instellingen van ontvanger en
stemapparaat weer.
Display, indicatoren en bedieningselementen
De functionaliteit van de bedieningselementen en het display is afhankelijk van de geselecteerde modus:
Ontvangermodus
link
3
4
mode
① Batterijmeter zender
Oplichtende segmenten
geven de resterende
batterijgebruiksduur aan
② Display
Group
Channel
LK (bedieningselementen
vergrendeld)
UN (bedieningselementen
ontgrendeld)
-- (frequentie niet beschikbaar)
③ Knop 'link'
Druk hierop om de ontvanger
handmatig aan een zender
te koppelen of om de functie
Extern-ID te activeren
④ Knop 'mode'
Druk hierop om de
audioversterkingsregeling in
te schakelen. Stel met de ▲ ▼
knoppen de versterking in.
1
⑥ Antenne
Twee antennes per ontvanger. Antennes vangen
het signaal van de zender op.
⑦ Voetschakelaar
Druk hierop voor het selecteren van ontvanger- of
stemapparaatmodus.
1
2
group
9
8
audio
mute
rf
channel
5
6
7
⑤ Audio-LED
Het oplichten komt overeen
met het audioniveau.
Snel knipperen duidt op
audio-oversturing.
⑥ LED Mute
Licht op als het audio-
uitgangssignaal wordt
gedempt.
⑦ RF-LED
• AAN = gekoppelde zender
is ingeschakeld
• Knipperen = bezig met
zoeken naar zender
• UIT= gekoppelde zender
uitgeschakeld of zender
ontkoppeld
⑧ Knop 'channel'
Druk hierop om een kanaal te
selecteren en te bewerken.
⑨ Knop 'group'
Druk hierop om een groep te
selecteren en te bewerken.
4
2
3
Stemapparaatmodus
① Indicator Te lage noot
Licht op wanneer een noot te
laag is.
② Stembalkdisplay
LED's lichten op om
toonhoogteafwijking aan te
geven.
③ Indicator Te hoge noot
Licht op wanneer een noot te
hoog is.
④ Nootdisplay
Geeft de naam van de
noot aan of (--) als het
stemapparaat inactief is.
5
link
6
mode
audio
mute
7
1
2
3
link
group
4
5
mode
audio
mute
rf
channel
⑤ Knop 'mode'
Druk hierop om de instellingen
van het stemapparaatmenu te
openen.
⑥ Pijltjesknoppen
Gebruik de ▲ ▼ knoppen voor
het selecteren en bewerken
van menu-instellingen.
⑦ Indicator voor verstemde
frequentie/verschoven
referentietoonhoogte
Er wordt een punt
weergegeven indien de
afstemming of toonhoogte op
een niet-standaard waarde is
ingesteld.
Opmerking: Tijdens het inschake-
len lopen niet-standaard instellin-
gen voor afstemming of toonhoogte
over het ontvangerdisplay.
group
6
rf
channel
7
6
103