Instelling van de thermostaat
Let op! alle in deze handleiding vermelde temperaturen zijn de temperaturen in de wijn,
in de fles.
Advies: dompel een dompelthermometer in een doorzichtige glazen fles gevuld met
water en plaats deze in het midden van de kast. Wacht minstens 24 uur om de
temperatuur te controleren. Stel vervolgens de thermostaat in aan de hand van de
verkregen waarde en de waarde die u wilt verkrijgen.
Stand 1:
Lagere temperatuur in de
kast
De thermostaat in uw kast heeft uitsluitend invloed op de productie van koude lucht. Als uw
kast uitgerust is met het wintersysteem en bestemd is voor een onverwarmde ruimte, hoeft u
hier dus niet naar om te kijken, aangezien de warmtekring vooraf in de fabriek werd ingesteld.
De stand 3 van de thermostaat (voor een kamertemperatuur van 25°C) komt over het
algemeen overeen met een gemiddelde temperatuur van ca. +12°C +/-2°C in de vloeistof van
een in het middelste gedeelte van de kast geplaatste fles.
Modellen met controlelampjes in een rij op de strip:
Het lampje "koud" brandt als de compressor werkt.
Het lampje "warm" brandt als het warme circuit in werking is.
In termen van de temperatuur, de rood elektronisch display (afhankelijk van het model) is een
temperatuurindicator van omgevingslucht in de tank en niet een thermometer de temperatuur
van de wijn in de fles kennen. Daarom wordt een tolerantie van +/- 2 °C toegekend Door de
trage massa van de vloeistof, de vloeistof varieert 10 maal lager dan de temperatuur van de
omgevingslucht. Bovendien, zoals de kelder is het werken selon cycli, als je kijkt naar het
Stand 5:
Hogere temperatuur in de
kast
142