7C-2
Zekeringen vinden
!
– Meting onder spanning! Neem de veiligheidsinstructies strikt in acht.
– De afdekking van de zekeringenkast mag alleen door elektromonteurs worden verwijderd.
Sluit de zender aan de fasegeleider en de neutrale geleider (N) aan, schakel de ontvanger in en begin met
de lokalisatie. Volg daarbij het signaal in de onderverdeler, zie afbeelding I. Pas de gevoeligheid van de
ontvanger en het uitgangsvermogen van de zender stapsgewijs aan totdat de zekering gelokaliseerd is.
Principieel is de nauwkeurigheid van de lokalisatie van zekeringen afhankelijk van de verschillende
installatievoorwaarden (RCD-automaten, zekeringtypes enz.).
Aanbevolen instelling bij de ontvanger: handmatige zoekmodus, minimale gevoeligheid, zie hoofdstuk 5C.
Tip 12: let bij de lokalisatie van de zekeringen op de numerieke detailweergave. De hoogste waarde
verschijnt in de buurt van de gezochte zekering.
Tip 13: draai de ontvanger 90° om de lengteas of verander de horizontale en verticale lengte om het
apparaat aan verschillende contactverbrekers met verschillende inbouwposities van de magneetspoelen
aan te passen.
Tip 14: de beste resultaten worden behaald als direct aan de aansluitingen wordt gemeten.
Tip 15: deze meting kan ook zonder spanning worden uitgevoerd. Al naar gelang de installatievoorwaarden
kunnen eventueel duidelijkere resultaten worden bereikt.
8
Verdere apparaatfuncties
– De displayverlichting kan bij slecht licht zowel aan de zender als aan de ontvanger worden ingeschakeld,
zie hoofdstuk 1.
– De ontvanger beschikt bovendien over een zaklamp. Deze schakelt na een minuut automatisch uit.
Schakel de zaklamp om meettechnische redenen bij de herkenning van de netspanning (NCV) tijdens de
meting niet in of uit.
– Het akoestische signaal kan aan de ontvanger worden gedeactiveerd, zie hoofdstuk 1.
42
NL
l