ALARM CODE
12
6. AUTOMATISCHE BESTURING
Het systeem is uitgerust met de volgende functies:
DRIE-MINUTENBEWAKING
Als de compressor is stilgezet, blijft deze minimaal drie
minuten uit. Wanneer het systeem wordt gestart binnen
ongeveer drie minuten nadat het is stopgezet, wordt de
RUN-indicator geactiveerd. De koeling of de verwarming
blijft echter uitgeschakeld en wordt pas na drie minuten
gestart.
VOORKOMING VAN BEVRIEZING TIJDENS
KOELING
Wanneer het systeem wordt gebruikt in een ruimte met een
lage temperatuur, kan de koelstand voor enige tijd
automatisch worden gewijzigd in de ventilatorstand om te
voorkomen dat zich ijs afzet op de binnenwarmtewisselaar.
AUTOMATISCH OPNIEUW STARTEN NA
STROOMUITVAL
Als de stroomtoevoer een korte periode (maximaal twee
seconden) wordt onderbroken, behoudt de schakelaar voor
externe bediening de instellingen en wordt de unit opnieuw
gestart als de stroomtoevoer is hersteld.
Als u het systeem automatisch opnieuw wilt laten opstarten
nadat de stroomtoevoer langer dan twee seconden
onderbroken is geweest, moet u contact opnemen met uw
leverancier (optionele functie).
REGELING LAGE LUCHTSNELHEID TIJDENS
VERWARMING
Wanneer de compressor wordt stopgezet terwijl de
7. ELEMENTAIRE PROBLEMEN OPLOSSEN
LET OP:
Wanneer water lekt uit de binnenunit, stopt u de
werking van het systeem en neemt u contact op met
uw onderhoudsleverancier.
Wanneer u brandlucht ruikt of er witte rook uit de unit
komt, schakelt u het systeem uit en neemt u contact
op met uw onderhoudsleverancier.
DIT IS NIET ABNORMAAL
Geluid van onderdeel dat vervormt
Tijdens het starten of stopzetten van het systeem kan er
een schurend geluid optreden. Dit wordt veroorzaakt door
thermische vervorming van plastic onderdelen. Dit is niet
abnormaal.
Geluid van stromend koelmiddel
Wanneer het systeem wordt gestart of stopgezet, kunt u
mogelijk het koelmiddel horen stromen.
Nare geur uit binnenunit
Nare luchtjes kunnen lang op de binnenunit achterblijven.
Reinig het luchtfilter en de panelen of zorg voor goede
ventilatie.
Stoom uit de buitenwarmtewisselaar
Wanneer het systeem werkt in de ontdooistand, smelt het
ijs dat zich heeft afgezet op de buitenwarmtewisselaar.
Dit veroorzaakt stoom.
Dauw op luchtrooster
Wanneer de koeling een langere periode werkt bij een
hoge luchtvochtigheidsgraad (hoger dan 27 C DB/80%
R.V.), kan zich dauw vormen op het luchtrooster.
Dauw op de behuizing
Wanneer de koeling een langere periode werkt bij een
hoge luchtvochtigheidsgraad (hoger dan 27 C DB/80%
R.V.), kan zich dauw vormen op de behuizing.
Geluid van de warmtewisselaar van de binnenunit
Tijdens het koelen kan een geluid vanuit de
thermostaat uitstaat, of als het systeem de automatische
ontdooistand heeft geactiveerd, wordt de snelheid van de
ventilator ingesteld op langzaam of stop.
AUTOMATISCHE ONTDOOICYCLUS
Wanneer de verwarming is stopgezet met de schakelaar
RUN/STOP, wordt gecontroleerd op ijsafzetting op de
buitenunit en kan gedurende maximaal tien minuten een
ontdooicyclus worden uitgevoerd.
VOORKOMEN VAN OVERBELASTING
Wanneer de buitentemperatuur te hoog is terwijl het
systeem werkt in de verwarmingsstand, wordt de
verwarming stopgezet doordat de buitenthermistor wordt
geactiveerd totdat de temperatuur weer daalt.
WARME START TIJDENS VERWARMING
Om te voorkomen dat koude lucht wordt afgegeven, wordt
de ventilatorsnelheid gewijzigd van de langzame stand in
de ingestelde stand overeenkomstig de temperatuur van de
uitlaatlucht. Gedurende deze tijd is de jaloezie horizontaal
vastgezet.
WARME START COMPRESSOR
Na netvoeding dient u 4 uur te wachten voordat u de RAS-
8~12 HRNM-serie in werking stelt (stopcode d1-22).
Raadpleeg het hoofdstuk 'Proefdraaien' bij
inwerkingstelling binnen 4 uur.
warmtewisselaar van de binnenunit hoorbaar zijn. Dit
wordt veroorzaakt door het bevriezen of smelten van ijs.
SYSTEEM WERKT NIET
Controleer of bij SET TEMPERATURE de juiste
temperatuur is ingesteld.
GEEN GOEDE KOELING OF VERWARMING
Controleer of de luchtstroom van de buiten- of binnenunit
wordt belemmerd.
Controleer of er te veel warmtebronnen zijn in de ruimte.
Controleer of het luchtfilter is verstopt door vuil.
Controleer of er deuren of ramen open staan.
Controleer of de temperatuur binnen het bedrijfsbereik
valt.
ALS ZICH PROBLEMEN BLIJVEN
VOORDOEN...
Als u deze factoren heeft gecontroleerd en eventueel
gecorrigeerd en zich nog steeds problemen voordoen,
neemt u contact op met uw onderhoudsleverancier en
geeft u de volgende gegevens door:
Naam van unitmodel
-
Aard van het probleem
-
Alarmcodenummer op het LCD-scherm
-
OPMERKING:
Tenzij u het systeem voor langere tijd uitschakelt,
moet u de hoofdschakelaar op ON laten staan, omdat
het verwarmingselement voor de olie wordt
geactiveerd wanneer de compressor is stopgezet.