SOLARA SR170CX Manual De Instrucciones página 9

Programmeerbare Zonnestroom Laadregelaar met nachtlichtfunctie Solara SR170CX, SR340CX
Gebruikershandleiding Nederlands, pagina 1
Geachte klant,
Dank u wel voor de aanschaf van dit product. Met uw nieuwe
Solara
Solara SRCX regelaar beschikt u over een ultramodern apparaat dat is
ontworpen volgens de laatste technische standaard. Het bevat een
aantal bijzondere kenmerken, zoals:
§ Multifunctioneel LC scherm
§ Programmeerbare diepontlaadbeveiliging met nieuw ALVD
(Adaptive Low Voltage Disconnect - Adaptief laag
uitschakelingvoltage)
§ Geavanceerde programmeerbare nachtlichtfunctie
§ Surplus energie management (EEM) voor een nog optimaler gebruik
van uw zonnesysteem
§ Complete electronische beveiliging
Deze handleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor installatie,
gebruik en programmering, en voor probleemoplossing. Het is in uw
belang om deze handleiding, en in het bijzonder de achterin vermelde
veiligheids- en gebruiksadviezen, zorgvuldig door te nemen.
Functiesbeschrijving
§ De regelaar dient ter bescherming van de accu tegen overladen
door het zonnepaneel, en tegen diepontladen door aangesloten
apparatuur. De laadkarakteristiek behelst meerdere fasen, met
inbegrip van automatische adoptie van de omgevingstemperatuur.
§ De regelaar herkent zelfstandig de accuspanning en stelt zich
automatisch in op een systeemvoltage van 12V of 24V.
§ De last kan worden in- en uitgeschakeld via de drukknop.
§ De regelaar kan worden geprogrammeerd voor
verlichtingstoepassingen.
§ De regelaar beschikt over een speciale output voor aansluiting van
apparaten die gebruik maken van surplus energie, zoals de solar
koelkasten. Het beschikt tevens over een seriële interface die kan
worden gebruikt in combinatie met een optionele interface
adapter( -I).
Solara SRCX
§ De regelaar beschikt over een aantal veiligheids- en
weergavefuncties.
Plaatsing en aansluiting van de regelaar
Het apparaat dient uitsluitend binnen te worden gebruikt. Het apparaat
dient te worden beschermd tegen weersinvloeden zoals direct zonlicht
of vochtigheid. De regelaar behoort niet te worden gebruikt in vochtige
ruimten, zoals bijv. badkamers.
Aangezien de laadregelaar voor het bepalen van de laadspanning de
omgevingstemperatuur meet, dienen regelaar en accu zich in dezelfde
ruimte te bevinden.
Aangezien de regelaar in bedrijf warmte genereert, dient deze te
worden gemonteerd op een niet ontvlambare ondergrond.
OPMERKING: Ter voorkoming van installatiefouten dient u de regelaar
op de volgende wijze aan te sluiten.
Open het deksel van het
1
aansluitingscompartiment.
Verwijder de schroeven van de
2
kabeltrekontlastingsbeugels en verwijder de
bruggen.
Kies het juiste type schroeven voor het
3
betreffende wandtype, en bevestig
de regelaar aan de muur. Gebruik 4 tot
5 mm schroeven met max. 9 mm
kopdiameter, en niet van het type met
ingezonken kop.
Denk eraan dat de schroeven tevens
worden belast met de trekkracht van
de bedrading.
Houd tevens de voor optimale
ventilatie vereiste minimum afstand tot
plafond en vloer in het oog.
Een DIN railbevestigingsplaat is
verkrijgbaar als extra accessoire (
-DR). Hiermee kan de regelaar
SRCX
worden bevestigd op een standaard
35mm DIN rail. Gebruik de met de
bevestigingsplaat geleverde schroeven ter
bevestiging aan de regelaar.
Sluit de accukabels aan op de accu, met de
4
juiste polariteit. Om spanning op de kabels te
voorkomen bevestigt u eerst de regelaar en
vervolgens de accu.
Neem de aanbevolen kabellengte in acht (van
min 30 cm tot max ca. 100 cm) en de
kabeldoorsnede:
: min 2,5 mm²
Solara SR170CX
Solara SR340CX : min 4 mm²
Onjuiste polariteit resulteert in een permanent
waarschuwingssignaal.
WAARSCHUWING: In geval van ompoling van de accu zijn de lastaansluitpunten van
de regelaar eveneens omgepoold. Sluit geen apparatuur aan in deze situatie!
OPMERKING: De regelaar heeft een ingebouwd
compensatiemechanisme voor plotselinge daling van voltage; dit
compenseert voor dalingen op de accubedrading van 250 mV.
OPMERKING: Neem a.u.b. de adviezen van de accufabrikant ter harte.
Ter voorkoming van kortsluiting in de accubedrading bevelen wij ten
strengste aan om direct op de accupoolklem een zekering aan te
brengen. De zekering dient te corresponderen met de regelaar's
nominale stroom:
: 15A, : 30A
Solara SR170CX Solara SR340CX
5
OPMERKING: plaats de positieve en negatieve kabel dicht naast elkaar
om de kans op electromagnetische effecten te verkleinen.
OPMERKING: zonnepanelen leveren stroom zodra ze worden
blootgesteld aan zonlicht. Neem in elk geval de aanbevelingen van de
fabrikant van de zonnepanelen ter harte.
6 6
7
8
9
Aarden van het zonnesysteem
>10cm
> 4
Houd in het oog dat de positieve aansluitpunten van de
regelaar intern verbonden zijn, en hetzelfde electrische potentiaal
hebben. Indien aarding noodzakelijk is, dient dit te worden uitgevoerd
op de positieve kabels.
>10cm
Solara
OPMERKING: Indien de
> 4
de accu negatief op het chassis, dienen op de regelaar aangesloten
apparatuur en zonnepanelen nimmer in contact te staan met de massa
van het voertuig. Een dergelijk contact resulteert in kortsluiting van de
overlaadbeveiliging, de diepontlaadbeveiliging (d.w.z. uitschakeling bij
laag voltage) en de electronische zekeringfunctie van de regelaar.
Het opstarten van de regelaar
Zelftest
Zodra de regelaar wordt voorzien van stroom via de accu of het
zonnepaneel, voert het automatisch een zelftestroutine uit. Allereerst
worden, gedurende ca. 0,5 seconde, alle LCD balken
doorlopen;vervolgens wordt, gedurende ca. een seconde, de firmware
versie getoond in gecodeerde symbolen (uitsluitend voor
onderhoudsdoeleinden). Vervolgens verschijnt de weergave voor
normaalbedrijf.
Systeemvoltage
De regelaar herkent zelfstandig de accuspanning en stelt zich
automatisch in op een systeemvoltage van 12V of 24V.
Zodra de spanning bij het opstarten 20,0 V overschrijdt, stelt de regelaar
zich af op 24 V.
Indien het accuvoltage zich bij het opstarten niet bevindt binnen het
normale bereik (ca. 12 tot 15,5 V of ca. 24 tot 31 V) wordt een
statusweergave getoond conform de PROBLEEMsectie.
Accutype
De regelaar is vooringesteld voor gebruik met loodaccu's met vloeibaar
electrolyt. Wanneer u voornemens bent een VRLA accu (GEL type) te
gebruiken, kunt u de regelaar hierop instellen in hoofdmenu 1 (zie
achterpagina). De egalisatielading is dan gedeactiveerd. Neem bij
twijfel contact op met uw leverancier.
Verbind de kabels van het zonnepaneel, met de
juiste polariteit. Om spanning op de kabels te
voorkomen bevestigt u eerst de regelaar en
vervolgens het zonnepaneel.
Neem de aanbevolen kabeldoorsnede in acht:
Solara SR170CX : min 2,5 mm²
: min 4 mm²
Solara SR340CX
Schakel ter voorkoming van voltage op de
lastaansluitpunten de last uit via een druk op de
betreffende knop. Sluit de kabels naar de
apparatuur aan, met de juiste polariteit. Neem de
aanbevolen kabeldoorsnede in acht:
Solara SR170CX : min 2,5 mm²
: min 4 mm²
Solara SR340CX
Bevestig de kabeltrekontlastingsbeugels.
Wanneer u gebruik wenst te maken van de
Surplus energie management output, doe
dan het volgende:
a. Trek de groene stekker in het
aansluitingscompartiment uit en draai
deze om.
b. Bevestig de surplus energie
signaalkabels zoals getoond in de
illustratie.
c. Verbind de signaalkabels met de surplus
energie management input van de
relevante last, d.w.z. aangesloten
apparatuur (bijv. Special solar
koelkasten)
d. Plaats de groene stekker terug in de
Solara SRCX
Sluit het deksel van het aansluitingscompartiment.
U hebt uw regelaar nu succesvol
Solara SRCX
aangesloten.
Solara SRCX
wordt gebruikt in een voertuig met
Solara SRCX
Aanwijzingen voor gebruik:
In bedrijf genereert de regelaar warmte. Indien er onvoldoende
mogelijkheid tot ventilatie is (bijv. in een afgesloten kabinet) zal de
regelaar de zonnelaadstroom begrenzen om oververhitting te
voorkomen.
In bedrijf behoeft de laadregelaar geen bijzonder onderhoud. Verwijder
regelmatig stof met een droge doek.
Het is belangrijk dat de accu regelmatig (minstens één keer per maand)
volledig wordt opgeladen. De loodaccu zal anders permanente schade
oplopen.
De laadregelaar is alleen dan in staat de accu volledig op te laden,
wanneer niet tegelijkertijd te veel energie wordt onttrokken. Houd dit
a.u.b. in gedachten wanneer u aanvullende apparatuur op de zonne-
installatie aansluit.
Weergavefuncties
Bij normaalbedrijf toont de regelaar de ladingstoestand van de accu
(beschikbare energie). Een overgang van de ladingstoestand (SOC -
state of charge) naar een lagere ladingstoestand wordt bovendien
aangegeven met een akoestistisch signaal.
Ladingstoestanden worden als volgt weergegeven:
> 80% 60...80% 35...60% 10...35%
1x 2x 3x
Het aangegeven percentage correspondeert met de hoeveelheid
energie, relatief aan een volledig geladen accu, die beschikbaar is tot
het punt waarop de diepontlaadbeveiliging in werking treedt.
Zolang de zonne-installatie voldoende stroom levert voor het opladen
van de accu wordt dit getoond met oplopende balken, afgewisseld
met de ladingstoestand.
Bij normaalbedrijf kan de last worden in- en uitgeschakeld via de
betreffende drukknop. Dit wordt weergegeven met het lampsymbool:
Last Last
handmatig AAN handmatig UIT
Tevens toont het LC scherm de activering van de
diepontlaadbeveiliging (d.w.z. bij een te laag voltage wordt de output
uitgeschakeld) en andere fouttoestanden. Zie de PROBLEEMsectie voor
meer details.
Diepontlaadbeveiligingsfunctie
De regelaar heeft 5 verschillende modi ter bescherming van de accu
tegen diepe ontlading:
Modus 1 Uitschakeling bij 11,4 V (bij nominale laststroom) tot 11,9 V (bij
geen laststroom). Normale bedrijfsmodus voor adequate
bescherming van de accu.
Modus 2 Uitschakeling bij 11,0 V (bij nominale laststroom) tot 11,75 V (bij
geen laststroom). Modus met lager uitschakelingspunt. Accu
wordt dieper ontladen, dit kan de levensduur van de accu
verkleinen.
Modus 3 Uitschakeling bij 11,0 V tot 12,2 V, afhankelijk van laststroom
en eerdere laadcycli. Deze adapatieve modus bevordert de
levensduur van de accu aangezien de accu na diepere
ontlading volledig wordt opgeladen. Maximum levensduur
van de accu.
Modus 4: Uitschakeling bij een vaste waarde van 11,5 V. Toepasselijk
wanneer omlooplasten (bypass loads) stroom direct aan de
accu onttrekken.
Modus 5: Uitschakeling bij een vaste waarde van 11,0 V. Toepasselijk
wanneer omlooplasten (bypass loads) stroom direct aan de
accu onttrekken. Modus met lager uitschakelingspunt. Accu
wordt dieper ontladen, dit kan de levensduur van de accu
verkleinen.
De regelaar is af-fabriek standaard ingesteld op modus 1. Gebruik
hoofdmenu 2. voor wijziging van de instellingen (zie achterpagina).
Raadpleeg bij twijfel uw leverancier, aangezien de meest geschikte
modus tevens afhangt van het type accu.
Surplus energie management functie EEM
De regelaar heeft een ingebouwde surplus energie management
functie. Deze functie maakt het mogelijk om, in combinatie met
specifieke apparatuur (bijv. de special koelkasten/koelers), gebruik te
maken van surplus energie welke anders verloren zou gaan door de
regelaar's accu-overlaadbescherming. Deze functie maakt een nog
optimaler gebruiker van de zonne-installatie mogelijk. De accu wordt
bovendien gespaard, aangezien er meer energie direct aan het
zonnepaneel wordt onttrokken. Informeer bij uw leverancier naar
dergelijke apparatuur.
Zie afbeelding 8 voor het verbinden van surplus energie apparatuur met
de regelaar (signaalkabels).
Nachtlichtfunctie
De regelaar is uitgerust met een geavanceerde nachtlichtfunctie. Het
regelt de output gedurende nacht en kan nauwkeurig worden
geprogrammeerd.
Er zijn twee modi beschikbaar:
ZONSONDERGANG TOT ZONSOPGANG en AVOND/OCHTEND. De
modus kan worden geselecteerd in hoofdmenu 3.
Licht an
Zonsondergang tot Zonsopgang
Licht uit
Avond Timing Middlepunt van de nacht
Licht an
Licht uit
Aantal uren tijd tot middlepunt
tijd na middlepunt
of
van de nacht van de nacht
½
Wanneer AVOND/OCHTEND wordt geselecteerd, kan via hoofdmenu 5
het OCHTEND-timinggedrag, en via hoofdmenu 4 het AVOND-
timinggedrag worden gekozen.
Houd er rekening mee dat de output wordt uitgeschakeld zodra het
voltage van de accu de grenswaarde bereikt. Deze
diepontlaadbeveiliging heeft prioriteit over de nachtlichtfunctie.
< 10%
Lastuitschakeling
Knipper t
5x 25x
Ochtend Timing
Aantal uren
of
½