8. Maak de schacht en lagers schoon en smeer
deze. Controleer de rubber pakking (E). Ver-
vang deze indien deze hard geworden is of is
gescheurd (Onderdeel nr. 4710). Controleer
het functioneren van de schokdemper (F).
D
E
Instellen van de onderdrukklep.
De klep is af fabriek ingesteld op een onderdruk
van –18 kPa. Als de onderdrukklep aangepast
moet worden, moet de volgende procedure
gevolgd worden:
-
Verbindt een manometer aan de zuigzijde en
meet nauwkeurig met gesloten inlaat.
-
Zet de pomp af en demonteer de onder-
drukklep.
-
Verwijder de geluiddemper (1) en meet afstand
A.
-
Maak de borgmoer losser (3) en pas de ve-
erspanning aan door de veerplaat te draaien.
De mate waarin de veer wordt samengedrukt,
bepaald de onderdruk. Door de afstand A met
1,5 mm te veranderen, zal de druk ook veran-
deren met 1 kPa.
-
Monteer de onderdrukklep na de aanpassing
en test de druk.
9. Inspecteer alle kabels en verbindingen en
repareer ze indien nodig.
10. Monteer de beschermingspanelen. Start de
pomp en voer een test uit.
1.
4.
2.
3.
TPR 40, 15 kW - 37
F
Part No 9045-A