Montage
Mobiel telefoonnet controleren
De zender kan de meetwaarden alleen versturen, als er op de
geplande locatie mobiele telefoonontvangst mogelijk is. U
kunt de ontvangst controleren met behulp van de ingescha-
kelde zender.
De status-led geeft de signaalsterkte aan.
Onafhankelijk van het feit of er wel of geen grondmeetwaar-
den aanwezig zijn, worden er door de zender eens per uur
meetwaarden verzonden. Terwijl dit gebeurt, kan de signaal-
sterkte niet worden gecontroleerd. De status-led geeft deze
toestand bij het controleren van de signaalsterkte aan door
ononderbroken blauw op te lichten.
Houd de magneet even tegen het inspringende gedeelte
van de zenderbehuizing.
De status-led kan nu de volgende toestanden aangeven:
Led
Betekenis
Blauw, ononder-
Er worden meetwaarden verzonden.
broken
Wacht 5 minuten, voordat u het op-
nieuw probeert.
Blauw, knipperend De signaalsterkte wordt gecontroleerd
(max. 5 minuten).
Groen
Signaalsterkte goed
Geel
Signaalsterkte voldoende
Rood
Signaalsterkte te gering
Als de signaalsterkte te gering is, moet u de signaalsterkte op
een andere locatie opnieuw controleren. De nieuwe locatie
moet op een afstand van ten minste 50 m van de oorspronke-
lijke liggen.
Staafsensor in de grond steken
De staafsensor moet over de gehele lengte in de grond wor-
den gestoken. Hij moet naast de aspergeplanten in het mid-
den van het bed komen te zitten.
Duw de staafsensor met de hand met de punt omlaag in de
grond tot hij er helemaal in zit.
LET OP
Gevaar van vernietiging!
Door slaan op de sensor kan deze beschadigd raken –
mogelijk zelfs onherstelbaar. Gebruik geen hamer of
ander gereedschap om de staafsensor in de grond te ste-
ken of de grond te verdichten.
Zender monteren
Positioneringsvoorwaarden voor de zender (zie afb. 4,
pagina 3):
– boven het hoogste punt van het bed
– niet afgedekt door landbouwfolie
– goede zend- en ontvangstpositie
– beschermd tegen beschadiging, bijv. door gereedschap of
landbouwmachines
– bus omlaag gericht
Bosch Software Innovations GmbH, Deepfield Connect
De zender heeft drie ogen waarmee hij aan de zenderhouder
bevestigd kan worden, zie afb. 3 op pagina 3.
Haal de beschermkap van de zenderhouder af en duw hem
in de grond.
Open de klemverbinding, trek de zenderhouder uit en sluit
de klemverbinding weer.
Hang de zender met het bovenste oog aan de zenderhou-
der en druk de Sicherungskap op het uiteinde van de hou-
der.
Haal een kabelbinder door het onderste oog en draai hem
om de zenderhouder.
LET OP
Gevaar van vernietiging!
Door klappen op de zenderhouder kan de zender on-
herstelbaar beschadigd raken. Trek het uittrekbare ge-
deelte van de zenderhouder naar boven toe los, als u ge-
reedschap gebruikt om de zenderhouder in de grond te
duwen.
Staafsensor aansluiten op de zender
U sluit de staafsensor aan op de zender met een 12-polige
connector. Deze connector is door middel van een geleidenok
beschermd tegen verdraaien en kan dus alleen in de juiste
stand worden aangesloten.
Leg de kabel zo, dat deze beschermd is tegen mechanische
beschadiging door bijv. gereedschap of landbouwmachines.
Steek de connector in de bus en draai de wartelmoer met
de hand met de klok mee aan.
Gebruik
Voor het gebruik op het veld hoeven alleen de onder „Inge-
bruikneming" en „Montage" vermelde voorbereidende werk-
zaamheden te worden uitgevoerd.
Het meetstation werkt nu automatisch en onderhoudsvrij.
De laadtoestand van de batterij wordt door Deepfield Con-
nect gecontroleerd
via de draadloze verbinding.
U wordt erover geïnformeerd, als de batterij vervangen moet
worden.
Batterij vervangen
Zie afb. 2, pagina 2.
LET OP
Gevaar van vernietiging!
Door binnendringend water of vuil kan het meetstati-
on beschadigd raken – mogelijk zelfs onherstelbaar.
Vervang de batterij uitsluitend in een droge omgeving.
Reinig het meetstation droog, voordat u de batterij gaat
vervangen. Reinig de afdichting van het batterijvak, als
deze vuil is, en controleer hem op beschadigingen.
Verwijder de kabelbinder en draai de zender om de ophan-
ging aan de bovenkant opzij.
| 35
Asparagus Monitoring | (15.1.19)