1. ON/SPEED STAND
Druk ÉÉN KEER op ON/SPEED, het controlelampje van de standaard ventilatorstand
licht op. Druk TWEE KEER op ON/SPEED om LAGE, MIDDEN of HOGE SNELHEID te
selecteren.
De snelheden zijn aangegeven met deze symbolen:
Snel
Normaal
2.
OFF KNOP
Druk op OFF om het apparaat uit te schakelen.
3. STAND
De ventilator beschikt over drie werkingsstanden : druk op de knop MODE, de
volgende serie verschijnt: normaalnatuurlijkwaakstand en het scherm geeft
de geselecteerde stand weer.
NORMAAL: het symbool
ventilatie volgens de geselecteerde snelheid.
NATUURLIJK: druk op MODE : het controlelampje van natuurlijke ventilatie
gaat branden en geeft het
symbool
weer. De draaisnelheid gaat over van één niveau naar het
andere: SNEL, NORMAAL en LANGZAAM
NACHT: het symbool
verschijnt, het apparaat gaat over op nachtstand en
de snelheid van de ventilator vermindert. De draaisnelheid gaat over van één
niveau naar het andere : NORMAAL, LANGZAAM en STOP
Langzaam
verschijnt, de ventilator zorgt voor continue
70
+
4.
Instelling van de draaihoek.
Druk op
en
of
30° 60° 90° 135° 180° 360° off 30°...,
dienovereenkomstig
.
5.
< >
Kan worden gebruikt om de draaihoek handmatig op de millimeter in te stellen, de
weergave op het LCD-scherm verandert dienovereenkomstig.
6.
KLOK (TIMER)
Druk op de toets TIMER om de werkingsduur van de ventilator te kiezen in
overeenstemming
met
0.5h1h1.5h...8h00.5h.
Als 0.0 wordt weergegeven, stopt het apparaat met werken.
7.
DRAAIFUNCTIE
Druk één keer op
: de ventilator draait horizontaal en het overeenkomstige
controlelampje gaat brande
om de gewenste draaihoek te kiezen. Bijvoorbeeld
de weergave op het LCD-scherm verandert
de
volgende
71
instellingen: