4. Technische gegevens
Generator. ............................................synchroon
Bescherming type: ................................... IP 23M
Continuvermogen P
nenn
........................ 3600 W/400 V 3~; 3000 W/230 V~
Maximumvermogen P
........................ 4800 W/400 V 3~; 3300 W/230 V~
Maximumvermogen P
........................ 5500 W/400 V 3~; 3300 W/230 V~
Nominale spanning U
nenn
Nominale stroom I
: ..........................................
nenn
.............................13 A (230V~) / 5,2 A (400V 3~)
Frequentie F
: .......................................... 50 Hz
nenn
Type aandrijfmotor: ..............viertakt luchtgekoeld
Cilinderinhoud: ........................................ 389 cm³
Max. vermogen: ...............................7 kW / 9,5 pk
Brandstof: ...............normale autobenzine loodvrij
Tankinhoud: ....................................................25 l
Motorolie: .................................. ca. 1,1 l (15W40)
Verbruik bij 2/3 belasting: ...................... ca. 2,5 l/u
Gewicht: ......................................................82 kg
Geluidsdrukniveau L
pA
Geluidsvermogensniveau L
............................................ 96 dB (A)/1,89 dB(A)
Vermogensfactor cos ϕ: ................................... 1
Vermogensklasse: ...........................................G1
Temperatuur max: ....................................... 40°C
Opstelhoogte max. (boven zeespiegel): .. 1000 m
Bougie: .................................................... F 7RTC
Werkmodus S1 (continubedrijf)
De machine kan continu met het opgegeven ver-
mogen worden gebruikt.
Werkmodus S2 (korte-tijdbedrijf)
De machine mag kortstondig met het opgegeven
vermogen worden gebruikt (5 min). Daarna moet
de machine een tijdje stilstaan om oververhitting
te voorkomen (5 min).
5. Vóór ingebruikneming
5.1 Montage
•
Monteer de standvoet, de wielen en de schu-
ifbeugel zoals voorgesteld in de fig. 6 tot 9.
•
Monteer alle onderdelen voordat u het toestel
met brandstof en olie vult om te voorkomen
dat vloeistoffen uitlopen.
Anl_HSE_5500_D_SPK7.indb 63
Anl_HSE_5500_D_SPK7.indb 63
(S1): ................................
(S2 5 min.): ...................
max
(2 min.): ........................
max
: .2 x 230 V~/1x 400 V 3~
: .........................74,5 dB A)
Onzekerheid K .......
WA
NL
•
Om de wielen te monteren schuift u eerst de
wielas doorheen de houders aan de onder-
kant van de elektriciteitsgenerator en brengt u
dan de wielen aan zoals voorgesteld in fig. 7.
Let er bij het monteren van de wielen op dat
de kant van de wielen met de hogere wielnaaf
in de richtig van het apparaat is gericht, om-
dat de wielen anders tegen het frame schu-
ren.
5.2 Elektrische veiligheid:
•
Elektrische toevoerkabels en aangesloten to
estellen dienen in een perfecte staat te zijn.
•
Er mogen enkel toestellen worden aangeslo-
ten waarvan de spanning overeenkomt met
de uitgangsspanning van de elektriciteitsge-
nerator.
•
Nooit de elektriciteitsgenerator met het stro-
omnet (stopcontact) verbinden.
•
De kabellengtes naar de verbruiker zijn zo
kort mogelijk te houden.
5.3 Milieubescherming
•
Vervuild onderhoudsmateriaal, oliën etc. naar
een inzamelplaats brengen die daarvoor
voorzien is.
•
Verpakkingsmateriaal, metaal en kunststof
laten recycleren.
5.4 Aarding
Voor het afl eiden van statische oplading is een
aarding van de behuizing toegestaan. Te dien ein-
de een kabel aan de ene kant met de aardklem
van de generator (fi g. 3/4) en aan de andere kant
met een externe massa (b.v. aardstaf) verbinden.
6. Bediening
Let op! Voor de eerste inbedrijfstelling dient u
motorolie en brandstof in te gieten. (ca. 1,1 l)
•
Brandstofpeil controleren, indien nodig, bij-
vullen.
•
Zorg voor een voldoende ventilatie van het
toestel.
•
Vergewis u er zich van dat de ontstekingska-
bel goed vastzit op de bougie.
•
De onmiddellijke omgeving van de generator
in oogschijn nemen.
•
Eventueel aangesloten elektrisch toestel van
de generator scheiden.
- 63 -
27.03.2018 11:08:32
27.03.2018 11:08:32